De eeuwen door hebben Egyptische christenen geleefd bij de Psalmen. Beroemd is bijvoorbeeld de brief van de bekende kerkvader Athanasius van Alexandrië (ca. 295–373) aan Marcellinus over de Psalmen. En Cassianus (360–435) schrijft vol bewondering over het gebruik van de Psalmen in de getijdengebeden van de Egyptische kloosters. Echter niet alleen bisschoppen en monniken kenden de Psalmen, ook gewone mensen leefden en stierven erbij.
In al-Mudil, zo’n 150 km ten zuiden van Caïro is op een begraafplaats met meest eenvoudige graven een graf gevonden van een jong meisje wier hoofd rustte op een Koptisch psalmboek. Dit psalmboek wordt de Mudilcodex genoemd en ligt nu in het Koptisch Museum hier in Caïro. De codex stamt waarschijnlijk uit het eind van de vierde eeuw en is daarmee het oudste bewaard gebleven Koptische manuscript van het Bijbelboek Psalmen.
Wat moet je met zo’n handschrift? Gregor Emmerich heeft zeer zorgvuldig studie gemaakt van de tekst van de Psalmen in dit handschrift en woordje-voor-woordje gekeken naar overeenkomsten en verschillen met andere Koptische en Griekse manuscripten van de Psalmen (de Psalmen zijn niet rechtstreeks uit de Hebreeuwse grondtekst in het Koptisch vertaald, maar vanuit de Griekse Septuagintavertaling).
De familie van het meisje bezaten het psalmboek ongetwijfeld niet met het oog op zulk specialistisch tekstonderzoek maar om de psalmen te kunnen lezen, reciteren of bidden. Doch wat bewoog hen om dit boek, dat toch behoorlijk kostbaar moet zijn geweest, onder het hoofd van hun dochter te begraven? Er is geopperd dat het een christelijke variant is van het oude faraoonse gebruik om in graven teksten uit het Dodenboek te schrijven. Misschien hangt het ook samen met gedachte dat het zingen/reciteren van Psalmen demonen afweert en werd deze afwerende kracht ook aan het boek zelf toegeschreven. (Dat klinkt misschien wat magisch, maar is waarschijnlijk dan toch nog wel te onderscheiden van expliciet magisch gebruik van de Psalmen, waarvan uit Egypte ook tal van voorbeelden bekend zijn.) Misschien zat er geen expliciete filosofie achter, maar voelden de ouders gewoon aan dat dit mooi was, om het hoofd van hun dierbare dochter te laten rusten op dit dierbare boek.