Paus Shenouda III (de vorige koptisch-orthodoxe paus) schrijft in een overdenking over de psalmen over het gebruik van psalmen bij het uitdrijven van demonen / duivelen / boze geesten (in het Arabisch spreekt men gewoonlijk van “satans”). Volgens hem gaat dit gebruik op David zelf terug: als jonge schaapherder dichtte hij al psalmen en toen hij bij koning Saul harp speelde om de boze geest in hem te bedwingen, zou hij daar dan toen ook geen psalmen bij hebben gezongen?
Vanuit het perspectief van het afweren van demonen kan het zingen of bidden van psalmen zelfs nuttig zijn als je zelf de psalmen nog niet begrijpt. De paus legt uit: “Demonen verdragen de psalmen niet. … Toen een monnik zei dat hij de psalmen niet begreep, antwoordde een ander: maar de demonen begrijpen ze wel en zij zijn vrezen ervoor.”
Je kunt een demon zelfs schrik aanjagen met de gedachte dat je een psalm zult gaan bidden. De paus vertelt: “Toen een bisschop tegen een duivel die zich moeilijk uit liet drijven, zei: ‘En nu vertrek je, of ik ga heel psalm 119 bidden,’ vertrok de duivel meteen.”
Het moge voor een nuchtere protestant wat vreemd klinken, maar wat paus Shenouda schrijft, is in de Egyptische kerkelijke traditie zeker geen “nieuwlichterij.” Eeuwen geleden schreef de kerkvader Athanasius aan het eind van zijn brief aan Marcellinus over de psalmen ook al dat door het zingen (reciteren) van de psalmen “men de duivel zal overwinnen en zijn demonen zal verdrijven.” Wat betreft het uitdrijven van demonen benadrukt hij dat men niet zelf zoals de heidenen allerlei formules moet verzinnen om indruk mee te maken als exorcist – de demonen zo iemand slechts zelf voor gek zetten –, maar slechts Schriftwoorden moet lezen omdat daar de Heere in aanwezig is. Wil men lijdenden bijstaan, dan moet men ook allereerst zelf sterk in het geloof staan, door voortdurend Gods woorden te overdenken. Ook Athanasius verwijst daarbij naar Psalm 119, echter niet als dreigmiddel richting de duivel, maar als aansporing voor de gelovige: “Was uw wet niet mijn overdenking geweest, zo zou ik in mijn ellende zijn omgekomen” (Ps 118 [119]: 92 volgens de Septuaginta).
Foto: Athanasius (wikimedia)