Herman Bavinck on Christian Piety (2)

bavinckgroot-2.jpg

In 1900, Bavinck reviewed the first volume of C. B. Hylkema’s, Reformateurs, a study of rather extreme forms of Christian piety in the seventeenth century and attributed the excesses to a problematic understanding of the relationship between nature and grace. See Herman Bavinck on Christian Piety and Religious Fanaticism (which contains the Dutch text of Bavinck’s article as well as my English translation).

In 1902, Bavinck reviews the second volume of Hylkema’s study. While he praises Hylkema’s work again, he regrets that the study of piety has mainly focused on the more extreme and (from Reformed point of view) problematic forms and calls for more study of the history of healthy Reformed piety. Refering to Abraham Kuyper who said in his Encyclopaedia of Sacred Theology that knowledge of the history of piety can be very enriching for preaching, Bavinck states:

If it is neither the calling of a preacher to give causeries nor to proclaim the truth only objectively, but is it his duty to reveal the hearers to themselves and to offer them guidance for their personal piety, how could he reach this goal if he only knew this pious life from his personal experience or from that what just a few others have shared with him?

He will only then develop a better view if he follows the history of piety through the centuries: in this way, he will know with which factors one should calculate and will learn to distinguish between formation and deformation, variants and fundamental types, and will thus train himself, equipped with this historical compass, to give direction and guidance to those who bob up and down with him on these usually fiercely moving waters.

Below the full Dutch text (the English quotation above is my translation of the last two paragraphs of the Dutch text). Original details of publication: Herman Bavinck, “Christelijke vroomheid” [Christian piety], De Bazuin [The trumpet], 50, no. 54 (December 26, 1902),  available in Delpher.

This was the last article that Bavinck wrote as the editor in chief of De Bazuin.  His next article in this weekly (published on behalf of the Theological School in Kampen) would not appear until 1911. In 1902 Bavinck moved from Kampen to the Vrije Universiteit in Amsterdam. Although it is not said explicitly, the article can perhaps be read both as a sign of continuing appreciation for the warm Reformed piety found in the circles around the Theological School in Kampen and as a final warning against problematic, world avoiding types of piety that Bavinck perceived in these same circles.

Christelijke vroomheid

Een van de belangrijkste onderdeelen der Kerkgeschiedenis is de historie der Christelijke vroomheid. Zij is lang en tot schade voor de gezondheid van het geestelijk leven verwaarloosd; maar in verband met de groote uitbreiding, die in den laatsten tijd aan de Kerkgeschiedenis gegeven is, verwierf zij toch allengs meer algemeene belangstelling en neemt zij thans eene breede plaats bij de historische onderzoekingen in.

Aan zulk een onderzoek heeft ook de Heer Dr. Hylkema, Doopsgezind predikant te Zaandam, een geruimen tijd zijne klachten gewijd. Voor ruim twee jaren gaf hij het eerste stuk van een werk in het licht, dat zich de beschrijving van een bepaald type van Christelijke vroomheid ten doel stelde.

Het werk voert den titel: Reformateurs. Geschiedkundige studiën over de godsdienstige bewegingen uit de nadagen onzer gouden eeuw en zag te Haarlem bij Tjeenk Willink het licht. Het eerste stuk, 227 bladzijden groot, verscheen in 1900 en is in dit jaar met een lijvig tweede stuk van ruim 500 bladzijden vermeerderd.

De geachte Schrijver had eerst het plan opgevat, om den sluier van geheimzinnigheid op te lichten, die over de bekeering van den bekenden etser en dichter Jan Luyken lag uitgespreid. Maar toen hij zich daarvoor verdiepte in den geest van den tijd en den kring, waarin Luyken leefde, bleek hem weldra, dat hij aan zijn plan geen uitvoering kon geven, zonder vooraf het resultaat zijner nasporingen naar den godsdienstigen geest van dien tijd in een afzonderlijk geschrift te hebben uiteengezet.

Zoo kwam hij er toe, om dit belangrijk werk te schrijven, dat de godsdienstige bewegingen ons wil doen kennen, die in de jaren 1650 tot 1685 hier te lande in en buiten de Gereformeerde Kerken zich hebben voorgedaan.

Het is een bonte rij van mannen en vrouwen, van richtingen en stroomingen, die in dit werk aan onze oogen voorbijtrekken. Dr. Hylkema heeft geen moeite gespaard, om zich de uitgebreide en dikwijls moeilijk te vinden litteratuur over dit onderwerp te raadplegen, om zich in den geest van die verschillende bewegingen te verdiepen, om ze in hare beginselen te verstaan en om ze met belangstelling en waardeering te beschrijven.

Natuurlijk toonen deze bewegingen onder elkander allerlei punten van verschil. Er is verwantschap, maar ook groote verscheidenheid. Men behoeft zien slechts de namen te herinneren van Remonstranten, Doopsgezinden, Collegianten, Rijnsburgers, Kwakers enz., of ook te denken aan mannen en vrouwen als Galenus, Jan Rothe, Zwicker, Breckling, Taube, Gichtel, de Raedt, van Benningen, Labadie, Anna Maria van Schurmann, Antoinette de Rouvignon en zoovele anderen, om terstond te beseffen, dat dezen niet allen onder één hoed te vangen en over één kam te scheeren zijn.

Dr. Hylkema zal daarom bij de samenstelling van zijn werk wel op de critiek gerekend hebben, dat het niet aangaat, om al die bewegingen samen te vatten onder éénen titel en dan nog wel onder de onjuiste benaming van Reformateurs, en dat in allen gevalle zulk eene gemeenschappelijke behandeling de bijzondere eigenaardigheden van iedere richting en van elk persoon niet tot haar recht kan doen komen. Om Labadie, Gichtel enz. goed te leeren kennen en billijk te beoordeelen, is het werk van Dr. Hylkema onvoldoende, en moeten wij tot monographieën de toevlucht nemen.

Maar dat neemt toch niet weg, dat er in het type van Christelijke vroomheid, dat al deze richtingen en personen vertoonen, eenige gemeenschappelijke kenmerken zijn op te merken, en die het best onder den naam van Doopersche vroomheid kunnen worden samengevat.

En deze gemeenschappelijke kenmerken zijn het, welke de geachte Schrijver ons wil doen kennen, en die hij inderdaad met groote onbevangenheid en prijzenswaardige nauwkeurigheid opsomt.

Aan al die godsdienstige bewegingen is eigen eene diepe ontevredenheid met de bestaande toestanden in kerk, staat en maatschappij. De Hervorming heeft hen teleurgesteld. Luther en Calvijn zijn halverwege blijven staan en hunne zonen zijn in schier nog erger dwalingen teruggevallen, dan die door hen in Rome bestreden en verworpen werden.

Zoo komt het, dat alles bedorven is, de kerk en de staat, op welken zij leunt; de predikanten en de opzieners; de bediening des Woords en der sacramenten; de kerkregeering en de tucht; de scholen en de academies; de leer en het leven, oprechte godsvrucht is er niet meer. Overal ontdekt men niets dan wereldgelijkvormigheid, hoogmoed, ijdelheid, leugen, vleierij. Voor vrome Christenen is het niet mogelijk, in deze bedorven kringen te leven. Zij moeten uit dit Babel uitgaan, aan heel de wereld den rug toekeeren en in stilheid en eenzaamheid hun sterkte zoeken.

En daar in de eenzaamheid, in den engen en door twist en scheuring nog altijd weer enger wordenden kring van geestverwanten, hebben zij zich toe te leggen op het kweeken eener subjectieve vroomheid. Want godsdienst is geen zaak van het hoofd maar van het hart. Bron der religie is niet de Schrift, maar de onderwijzing des Geestes, het inwendige woord, het goddelijke licht, dat ieder mensch verlicht, komende in de wereld. Alleen wie zich daardoor laten leiden, zijn ware kinderen Gods.

De leer is daarom voor een groot deel onverschillig. Eene belijdenis is van onwaarde. Voor eene Kerkregeering en bediening des Woords, voor ambt en sacrament blijft er geen plaats over. Het leven der vroomheid geeft zich eene eigene organisatie in particuliere samenkomst en vrije profetie. Ieder spreekt en leert, gelijk de Geest hem onderwijst; en allen staan in de vrijheid, waarmede Christus hen vrijgemaakt heeft.

Veel meer dan op de leer komt het op het leven aan. In de H. Schrift staat de bergrede het hoogste. Zii is het program voor den Christen. Het leven van Jezus is meer waard dan Zijn sterven; Zijn voorbeeld heeft meer kracht dan Zijne offerande; Zijne navolging is beter dan het roepen van Heere, Heere.

En die navolging bestaat daarin, dat men met de wereld breke, het eigen lichaam tot onderwerping brenge, zich overal en in alles, in levenswijze, kleeding, gewoonte van de kinderen der duisternis onderscheide, op het oefenen van barmhartigheid zich toelegge en in lijdzaamheid de wederkomst aes Heeren verbeide.

Dat is het vroomheidstype, dat in de eeuw der Hervorming door de Anabaptisten en in de daarop volgende eeuw door de vele godsdienstige bewegingen hier en in andere landen vertoond werd. De trekken ervan zijn bekend. Maar zij worden door Dr. Hylkema in zijn werk opnieuw zorgvuldig geteekend, met voorbeelden opgehelderd, uit de rijke historie van het verleden toegelicht. Wie ze kennen wil, raadplege dit werk. Hij zal er voor eigen leven en voor de onderwijzing van anderen rijke winst mede kunnen doen.

En hij neme er een voorbeeld aan. Als Dr. Kuyper in zijne Encyclopaedie over de beschrijving der Christelijke vroomheid handelt, dan betreurt hij het, dat dit onderzoek zich tot nog toe veel te uitsluitend met de abnormale verschijnselen bezighield en aan de normale ontwikkeling zoo weinig aandacht wijdde. Slaat men een Theologischen Catalogus van eenige volledigheid op, dan zal men gansche rubrieken vinden, die gewijd zijn aan de studie van het Swedenborgianisme, aan de theosophen van alle gading en aan allerlei mystieke secten. Daarover is de litteratuur zeer uitgebreid. Bijster schraal daarentegen is de litteratuur, die ons ter beschikking staat voor de normale ontwikkeling van het vroomheidstype in de verschillende instituten der Christelijke Kerk, en nog schraler de litteratuur van het historisch verloop, dat het vroomheidstype in de onderscheidene perioden der Christelijke Kerkhistorie nam.

Er is reden voor deze klacht. Op dit terrein is nog zoo goed als alles te doen. Waar is de beschrijving van het Gereformeerde vroomheidstype, gelijk Calvijn in onderscheiding van Rome, van Luther en Zwingli, zich dat voorstelde en in de Kerken van zijn geest te verwezenlijken zocht? Welke werken kunnen wij raadplegen, indien wij de wijzigingen van dit type overeenkomstig volk en land willen kennen in Frankrijk en Nederland, in Schotland en Engeland, in Zwitserland en Amerika? Waar zijn de studiën, die ons op de hoogte stellen van de rijke stichtelijke litteratuur, die alleen in ons Vaderland het licht heeft gezien, en waarmede het vrome volk nog heden ten dage, zij het ook in steeds mindere mate, zich voedt? Welke geschriften kunnen ons inlichten over de godsdienstige en zedelijke toestanden, die nog in de Gereformeerde kringen binnen en buiten onze Kerken voorkomen, zooals bijv. een Thuringsch dorpspredikant (Dr. H. Gebhardt) dat voor zijn land deed in het werk: Zur bauerlichen Glaubens- und Sittenlehre, Gotha, 3e Auflage, 1895.

En toch, al zulke studiën zouden van groot nut kunnen zijn. Met name, zegt Dr. Kuyper terecht, zou de prediking er door gevoed worden. Kan het toch niet de roeping van den prediker zijn, om causerieën te houden, noch om eenvoudig objectief de waarheid te verkondigen, maar is het zijn plicht, zijn hoorder aan zichzelf te ontdekken, en bij zijn persoonlijke vroomheid leiding te geven; hoe zal hij dit doel dan bereiken kunnen, zoo hij dit vrome leven niet anders kent, dan uit eigen ervaring of uit de mededeeling van enkele personen?

En juister blik hierop kan hij immers eerst daardoor ontvangen, dat hij de geschiedenis der vroomheid in den loop der eeuwen vervolge: daardoor te weten kome, met welke elementen hier te rekenen valt; formatie van deformatie, variatie van grondtype leere onderscheiden; en alzoo zich bekwame, om, met dit historisch kompas in handen, koers en richting te geven aan wie met hem dobberen op deze meest fel bewogen wateren.

 

Maak een website of blog op WordPress.com