“Zijn Vader rook Hem”: Goede Vrijdag in de koptisch-orthodoxe kathedraal

IMG_0670

Hij die zichzelf heeft geofferd
als een aangename offerande
op het kruis
om ons [menselijk] geslacht te redden –
zijn goede Vader rook Hem
die avond op Golgotha.

In de koptisch-orthodoxe liturgie van Goede Vrijdag worden deze woorden minutenlang herhaald. Voordat ik er verder op inga eerst iets over hoe het is om deze vrijdag na de bloedige Palmzondag in Caïro naar de kerk te gaan:

Tegen het middaguur loop ik van het Evangelical Theological Seminary in Cairo, waar ik woon en werk, naar de koptisch-orthodoxe kathedraal in Caïro. Schuin tegenover het seminarie staat een kleinere koptisch-orthodoxe kerk. Normaal staat daar één agent bij, afgelopen zondag telde ik er vier, deze week werd een detectiepoortje geplaatst, en vandaag zijn er zeker acht agenten.

Op de straten rond de koptisch-orthodoxe kathedraal zie ik niet de massale politiebewaking die je daar bijvoorbeeld met kerst aantreft. Maar wie denkt met zijn (of haar) bommetje zo de kathedraal in te lopen, heeft het mis. Buiten het kathedraalterrein, voor de Botroseya (de kerk waar afgelopen december een bom ontplofte), staan al detectiepoortjes, voor mannen en vrouwen apart, en er wordt echt gecontroleerd. Tassen worden gescand. Eenmaal door de detectiepoortjes loop je over een afgeschermd stuk trottoir en als je een hoek omgaat, tref je opeens nogmaals een detectiepoortje aan. Pas daarna ga je het terrein van de kathedraal op.

Voor vandaag is dit genoeg beveiliging, maar als ik later op de middag de kathedraal weer uitkom, is men bezig om onderaan de kathedraaltrappen nog een derde ronde van detectiepoortjes en scanapparaten te installeren. Net binnen de kolossale metalen toegangspoort van het kathedraalterrein staat een zwaar legervoertuig met bewapende soldaten erop. Een tweede legervoertuig komt net aanrijden. Het is zo’n groot gevaarte dat het enige moeite kost om de poort zo wijd te openen dat het binnen kan rijden.

Ik ben echter niet gekomen om de beveiliging te inspecteren maar om, met de lijdende kerk van Egypte, Goede Vrijdag te vieren. Via de manneningang ga ik de kathedraal binnen. Daar stuit ik niet meer op agenten en soldaten, maar – zoals gebruikelijk – op tientallen padvinders die kostersdiensten verlenen. In het middenschip zijn vrijwel alle plaatsen bezet, maar de zijbeuken zijn niet helemaal vol: zijn mensen uit angst voor meer aanslagen weggebleven of is dit gebruikelijk op Goede Vrijdag? Gezien het feit dat het gebouw plaats biedt aan enkele duizenden personen houd ik rekening met het laatste – zouden er nu na de bomaanslagen misschien zelfs meer kerkgangers zijn dan vorig jaar met Goede Vrijdag?

IMG_0659

Wie als oningewijde westerse protestant tot voor kort zomaar zo’n koptisch-orthodoxe Goede Vrijdag-dienst binnenliep, zou wel meteen de gewijde sfeer hebben geproefd die het schijnbaar eindeloos zangerig reciteren van teksten oproept –ik zit en sta al bijna drie uur in de kerk voordat paus Tawadros ‘eindelijk’ aan zijn preek begint –, maar zou er verder niet veel van hebben gemaakt. Dankzij de techniek is de toegankelijkheid nu enorm vergroot: op grote schermen wordt deels in het Arabisch met Engelse vertaling en deels in het Koptisch met Arabische en Engelse vertaling een groot deel van de woorden weergegeven. De Schriftlezingen uit, onder andere, Zacharia 14, Exodus 12, Leviticus 23 en de vier evangeliën worden niet op het scherm gezet, maar wie de Arabische tekstverwijzingen oppikt, kan ze uiteraard zelf op de smartphone meelezen in een vertaling naar keuze. Ik zie om mij heen ook de nodige mensen die de gehele liturgie in het Koptisch en Arabisch op hun telefoon meelezen.

Hij die zichzelf heeft geofferd
als een aangename offerande
op het kruis
om ons geslacht te redden –
zijn goede Vader rook Hem
die avond op Golgotha.

Die woorden blijven bij mij vandaag het meest hangen. En vooral dat zinnetje: “Zijn goede Vader rook Hem.”

Als protestant heb ik dat nog nooit zo gehoord en zelf dan ook nooit zo gezegd. Het is een cliché, maar in de protestantse eredienst gaat het toch vooral om het “horen” en daarnaast in de sacramenten om het “zien” (“een hoor- en zichtbaar evangelie”) en bij het avondmaal ook om het proeven (“Smaakt en ziet dat de HEERE goed is”). Maar ruiken? In een gereformeerde eredienst valt niets te ruiken, afgezien misschien van lichaamsgeuren van medekerkgangers.* In een orthodoxe kerk echter doet door het gebruik van wierook, naast onze ogen en oren, ons reukorgaan wel echt mee.

Maar ruikt God? Het klinkt bijna oneerbiedig om het te vragen. Toch lezen we in Leviticus regelmatig over offers die “een liefelijke reuk voor de HEERE” zijn. In Genesis 8 staat het zelfs letterlijk: na de zondvloed bracht Noach een offer “en de HEERE rook die aangename geur.”

Volgens de orthodoxe liturgie (wellicht gebaseerd op Ef. 5:2) is dat ook en juist op Golgotha gebeurd: de Vader rook het offer van zijn Zoon, aanvaarde het offer van zijn Zoon. Maar het staat er nog compacter: “de Vader rook Hem.” De Vader zag niet slechts vanuit de hemel zijn Zoon drie uur in duisternis lijden, hoorde niet slechts uit de verte zijn Zoon in godverlatenheid schreeuwen, maar rook Hem ook. Het lijkt te zeggen: Hij was heel dichtbij Hem, op reukafstand.

En afgelopen zondag? Die zelfmoordterroristen in Tanta en Alexandrië offerden hun leven en daarmee ook dat van tientallen anderen voor hun ideaal, misschien oprecht menend dat dit Gode welgevallig zou zijn. Heeft Hij hen ook geroken? Of was dit een Kaïnsoffer dat Hij niet aanvaardde? Het oordeel zullen we aan God laten – die zelfs de moordenaar Kaïn uiteindelijk nog een teken van bescherming bood –, maar zelf kunnen wij slechts kokhalzend walgen van deze terreurdaden.

Maar die mensen in en bij de kerken die ongevraagd als slachtschapen de dood in werden gejaagd – heeft de HEERE hen geroken? Was Hij heel dichtbij? En de gebeden van de kerk in Egypte en wereldwijd – de gebeden der heiligen – zijn die, vermengd met hemels reukwerk, als rook opgestegen voor God (Openb. 8:3,4)? Heeft Hij ze gehoord, ja, als wierook geroken?

Paus Tawadros riep aan het eind van zijn preek op dit jaar af te zien van alle feestelijkheden rond Pasen en in plaats daarvan de families van de overledenen en de gewonden in de ziekenhuizen en in het algemeen de lijdenden en behoeftigen te bezoeken. Hij legde zelf de link met het ruiken niet, maar juist dat is Bijbels gezien goed mogelijk. Zie bijvoorbeeld Filippenzen 4:18 waar Paulus de gemeente van Filippi dankt voor wat men hem als gevangene heeft toegezonden: “Ik heb alles ontvangen en ik heb overvloed; ik ben geheel voorzien, nu ik door middel van Epafroditus ontvangen heb wat door u gezonden was, als een aangename geur, een welgevallig offer, welbehaaglijk voor God” (HSV). En in Hebreeën 13:8 staat: “Vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet, want aan zulke offers heeft God een welgevallen.” Hij ruikt je als je iets voor je naaste doet, zoals Hij zijn Zoon rook die, zoals de liturgie zegt, zichzelf als offer gaf voor ons geslacht.

*Een kleine aanvulling: de gereformeerde traditie kent wel de notie van “een goede geur van Christus” verspreiden (cf. Rom 12:1, 2 Kor. 2:14, 15). Daarbij gaat het echter niet zozeer om de eredienst in de kerk als wel om de eredienst van het leven.

Maak een website of blog op WordPress.com