Eigennaam of titelterm?

In zijn opiniebijdrage “Bijbel openbaart Wie de titel ‘God’ mag dragen” in het Reformatorisch Dagblad stelt dr. A. H. van Veluw dat Allah een ‘titelterm’ is voor God maar niet een ‘eigennaam’. Hij maakt het onderscheid tussen eigennaam en titelterm duidelijk aan de hand van 1 Korinthiërs 14:33: “Want God is geen God van verwarring maar van vrede.” De eerste keer is ‘God’ hier eigennaam en de tweede keer titelterm. ‘Allah’ zou dan dus niet, maar wel in het tweede geval kunnen worden gebruikt.

Helaas doet dit geen recht aan het Arabisch. In het Arabisch zijn er twee woorden voor God: Allah en ilah. Als je het verschil tussen die twee in Van Veluws terminologie uit wilt leggen, dan is Allah juist de eigennaam en ilah de titelterm. Zo staat het dan ook in de gangbare Arabische Bijbelvertaling: “Want God (Allah) is geen God (ilah) van verwarring maar van vrede.” En zo zeggen moslims het ook voortdurend: “Er is geen god (ilah) dan God (Allah).”

Het verschil tussen het gebruik van Allah en ilah is ook te illustreren aan de hand van bijvoorbeeld Psalm 42:

Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God (Allah). Mijn ziel dorst naar God (Allah), naar de levende God (ilah); wanneer zal ik ingaan en voor Gods (Allah) aangezicht verschijnen? Mijn tranen zijn mij tot spijze dag en nacht, omdat zij de ganse dag tot mij zeggen: Waar is uw God (ilah)?

In principe wordt voor God Allah gebruikt, maar staat er bij God een bijvoeglijk naamwoord (levende God) of een persoonlijk voornaamwoord (uw God) dan wordt ilah gebruikt.

Ik wil hiermee niet overhaast een conclusie trekken wat betreft het betoog van Veluw als geheel, laat staan wat betreft de vraag of moslims en christenen dezelfde God dienen, maar nodig Van Veluw liever uit eerst zelf zijn betoog nog eens wat nader te doordenken in het licht van deze informatie.

Maak een website of blog op WordPress.com