Voor maandag 30 november 2015 staat de openbare verdediging van twee dissertaties over discipelschap op de agenda van de Vrije Universiteit:
- Clayton Bryant Cooke, “World Formative Rest: Faithful Cultural Discipleship in a Secular Age”: De eerste dissertatie is van de hand van de Amerikaan Clayton Bryant Cooke en gaat over discipelschap in een seculiere tijd. De promovendus werkt zijn positie uit in gesprek met neo-Augustijnse denkers en met de gereformeerde theoloog Herman Bavinck (1854–1954).
- Brant Micah Himes, “For a Better Worldliness: The Theological Discipleship of Abraham Kuyper and Dietrich Bonhoeffer”: De tweede dissertatie is van de hand van de Amerikaan Brant Micah Himes en gaat over discipelschap ten dienste van het algemeen welzijn. De promovendus werkt zijn positie uit in gesprek met de gereformeerde theoloog en staatsman Abraham Kuyper (1837–1920) en de lutherse theoloog Dietrich Bonhoeffer (1906–1945).
Wie op grond van het bovenstaande zou concluderen dat Abraham Kuyper en Herman Bavinck alleen nog door Amerikanen worden bestudeerd, heeft het toch mis. Even los van het feit dat ik, net als diverse andere Nederlanders, enkele jaren geleden zelf op een proefschrift met hoofdstukken over Bavinck ben gepromoveerd (On the Way to the Living God) en vrij recent nog een boek over Bavinck en navolging heb gerecenseerd: ook onder Egyptenaren ontmoet ik de laatste tijd belangstelling voor het werk van Kuyper en Bavinck en daarbij gaat het ook om vergelijkbare thema’s. Zo is een masterstudent van mij hier aan het Evangelical Theological Seminary in Cairo bezig met een scriptie (ThM thesis) over de navolging van Christus bij Bavinck en Bonhoeffer: hoe zijn wij volgelingen van Christus, niet slechts achter kerk- en klooster- en seminariemuren, maar midden in de samenleving?
Een andere masterstudent heeft juist deze week zijn voorlopige opzet voor een scriptie over de relevantie van Abraham Kuypers christelijke/calvinistische visie op politiek en de relevantie daarvan voor Egypte. Voor de duidelijkheid: ik heb deze student niet aangemoedigd om voor Kuyper te kiezen maar heb juist velerlei bedenkingen die men tegen Kuyper in kan brengen opgesomd. Hij hield echter toch vast aan zijn keuze voor Kuyper en ik moet bekennen dat ik de afgelopen jaren zelf soms toch ook het gevoel kreeg dat Kuyper Egypte misschien wel eens iets te bieden zou kunnen hebben. Bij mijn Egyptische collega’s proefde ik overigens meteen enige aarzeling bij het scriptievoorstel op een specifiek punt: dit wordt toch alstjeblieft geen pleidooi voor vermenging van religie en politiek, want dat zal alleen maar de islamisten enorm in de kaart spelen die de politiek door hun godsdienst willen laten domineren?
Hopelijk kan de student in gesprek met Kuyper echter duidelijk maken dat er onder Egyptische christenen mogelijk sprake is van een blinde vlek: ook en juist als men pleit voor een scheiding van kerk en andere religieuze instituties en de staat, is er nog wel ruimte voor en behoefte aan een christelijke visie op en voor staat, politiek en samenleving. De doordenking van dit soort vraagstukken lijkt in Egypte echter nog vrijwel in de kinderschoenen te staan (tenzij ik zelf een blinde vlek heb voor wat er al gaande is), en dat terwijl het land lijkt te lijden aan een zekere visieloosheid (dat was twee weken geleden ook de analyse van een Egyptische gastspreekster bij ons op het seminarie): met vrij stevige hand wordt de boel voor zover mogelijk bij elkaar gehouden, maar er is geen architect voor een samenleving die de belangrijkste misstanden uit het verleden daadwerkelijk overwint en waarin arm en rijk en moslims, christenen en een groeiend aantal seculieren en atheïsten daadwerkelijk samen kunnen leven – niet een utopie die alleen werkt als ieder gelijkgezind is, maar een realistisch ideaal waar men zich samen voor sterk kan maken ook als men verder in veel opzichten van elkaar verschilt. Voor christenen kan het een zaak van navolging van Christus zijn om zich niet aan zo’n samenleving te onttrekken, maar er zich middenin in te zetten voor het algemeen belang, en tegelijk er niet geheel en al in op te gaan omdat ze leven vanuit een hoop die nog veel verder reikt.