Egyptische stageverhalen

P2020769

Een Egyptische theologiestudent luistert aandachtig naar de stage-ervaringen van een medestudent.

De studenten van de predikantsopleiding van het Evangelical Theological Seminary in Cairo lopen deze zomer tien weken stage. Vijf weken zitten er inmiddels op en volgende week begint de zesde stageweek. Vandaag, morgen en overmorgen zijn de studenten hier op het seminarie om hun ervaringen te delen, even tot rust te komen en samen te bidden. Uiteraard verbiedt de vertrouwelijkheid dat ik alles wat studenten delen zomaar doorvertel, maar hierbij een kleine greep van wat ik zoal hoor:

  • Een student loopt in een vacante gemeente stage waar nog drie mensen op zondag en enkele malen per week samenkwamen om samen enkele liederen te zingen, te bidden en dan weer huiswaarts te gaan. Nu de student de diensten leidt, komen er inmiddels weer dertig mensen samen.
  • Voor een eerstejaarsstudent die is opgegroeid in het noorden van Egypte bij de Middellandse Zee is de eerste uitdaging tijdens zijn meeloopstage in een stad vierhonderd kilometer ten zuiden van Caïro om te leren gaan met de zomerhitte: aan de Middellandse Zeekust moge volgens Nederlandse begrippen ‘s zomers sprake zijn van een voortdurende hittegolf met dagelijks temperaturen boven de dertig graden, in die stad in het zuiden is het gewoonlijk nog tien graden warmer. Ga ik ziek thuiszitten vanwege de hitte of ga ik toch aan de slag, vroeg de student zich af, en hij besloot tot het laatste.
  • Een student loopt stage in een een vacante gemeente waarin het gemeenteleven nogal chaotisch verloopt. Hij besluit commissies te vormen met elk een eigen verantwoordelijkheid. Zo komt er een commissie voor de zondagochtenddienst die een rooster maakt voor wie wanneer het zingen leidt en die de preekbeurten verdeelt tussen gastvoorgangers en gemeenteleden. Een andere commissie is verantwoordelijk voor de gebedsbijeenkomsten op zaterdagavond en weer een andere commissie voor de bijeenkomsten op woensdagavond die elke week van de maand een ander karakter zullen hebben: Bijbelstudie, leerdienst, training van de vrijwilligers, etc. Zo ontstaat er al snel meer orde. De oudere gemeenteleden zien het als een logische volgende stap dat er een kerkenraad met ouderlingen en al komt, maar de jeugd wil daar niet van weten: in de omliggende dorpen waar de gemeente wel een kerkenraad heeft, zorgen de ouderlingen volgens hen alleen maar voor problemen.
  • Een student wil de leden van de gemeente die hij deze zomer dient graag beter leren kennen en wil hem in hun huizen bezoeken, maar hij stuit daarbij op een praktisch probleem: hij is niet verloofd of getrouwd en het wordt daarom niet als gepast gezien dat hij in zijn eentje zomaar bij huizen aanklopt, waar op dat moment dan mogelijk alleen vrouwen in huis zijn. In andere gemeenten gaat in zo’n geval een van de gemeenteleden met de dominee of kandidaat of student mee, maar in deze gemeente is eigenlijk nog niemand bereid om tijd vrij te maken voor het bezoekwerk.
  • In verschillende dorpen zetten zowel protestanten als (koptisch-)orthodoxen zich in om zielen te winnen voor hun kerken en het vraagt van studenten de nodige wijsheid en tact om met deze (soms onheilige) concurrentie goed om te gaan.
  • Een onlangs afgestudeerde kandidaat is een gemeente gaan dienen waar hij volgens Egyptisch gebruik over ongeveer een jaar tot predikant hoopt te worden bevestigd. Deze gemeente wordt tot nu toe gediend door een predikant van ver in de zeventig en de gemeente heeft hem verteld dat hij echt mag gaan genieten van de welverdiende rust van het emeritaat, maar hij vindt het zelf nog erg moeilijk om de gemeente los te laten en de leiding en zorg over te dragen aan een kandidaat van twee generaties jonger.
  • Twee studenten lopen stage bij het sociaal werk van de katholieken. Hun ogen worden er onder andere voor geopend dat het goed is om gevangen niet te vergeten maar hen van tijd tot tijd te bezoeken. Echter, met de goede wil om een gevange te bezoeken ben je nog niet bij de betreffende persoon in zijn cel. Een priester die bekend is bij de gevangenis mag zo doorrijden met zijn auto, maar simpele stagiairs zijn voor een gesprekje van tien minuten eerst met alle papierwerk en formaliteiten maar liefst tien uur zoet.

Maak een website of blog op WordPress.com