Mag je televisie kijken? Mag je naar het stadion? Mag je kaarten? Mag je DVD’s kijken? Mag je naar de bioscoop? Wie enigszins thuis is in reformatorisch Nederland, weet dat zulke vragen worden gesteld. Zeker, er is een diep besef dat het christelijk geloof meer is dan een lijstje van geboden en verboden en dat het niet om allerlei regeltjes als zodanig gaat, maar vroeg of laat komen deze vragen toch aan de orde.
Eén vraag kan ik me echter niet herinneren in Nederland in de gereformeerde gezindte ooit gehoord te hebben: mag je schaken? Misschien wel: mag je schaken op zondag? Of: mag je op een niet-christelijke schaakclub? Maar schaken als zodanig is neutraal: het gaat niet om geld, het bevat geen duivelse afbeeldingen, het is geen kansspel—er komt zelfs geen dobbelsteen aan te pas.
Eergisteren kwam ik echter op de Cairo International Book Fair—de Frankfurter Buchmesse van het Midden-Oosten—een boekje tegen getiteld Having Fun the Halal Way (“Plezier op de geoorloofde manier”). Het eindigt met een top tien van geoorloofd vermaak (de toelichtingen zijn deels ontleend aan de verschillende hoofdstukken van het boekje):
10. Uit eten gaan, uiteraard alleen om geoorloofd voedsel te nuttigen en in een restaurant waar geen alcohol wordt geserveerd.
9. Lezen, uiteraard van boeken met een geoorloofde inhoud, bij voorkeur van moslims, maar als je voldoende onderscheidingsvermorgen hebt mogen goede boeken van niet-moslims ook.
8. Zwemmen: Mohammed zelf heeft dit aanbevolen—het is alleen zaak het lichaam op gepaste wijze te bedekken.
7. Relaxen: niemand kan de hele dag alleen maar bidden en werken.
6. Videogames en videos: deze zijn geoorloofd zolang ze je niet aanzetten tot verboden zaken en zolang je er niet aan verslaafd raakt—en houd jezelf niet voor de gek door te beweren dat een video geoorloofd is wanneer je weet dat dat niet zo is: engelen kijken mee over je schouder en schrijven alles op je “dadenboek.”
5. De natuur ingaan.
4. Luisteren naar islamitische liederen: over instrumentale muziek bestaat verschil van mening—het lijkt veilig te stellen dat de handtrommel wel “mag,” maar een wind- of strijkinstrument niet, hoewel men anderen niet moet veroordelen die een goed gebruik van instrumenten wel geoorloofd achten (via een achterdeurtje valt het orgel of harmonium dus misschien toch te verontschuldigen). Openbare plaatsen zoals winkelcentra hoeft men niet te mijden als er foute muziek te horen is, zolang men er maar niet aandachtig naar gaat luisteren.
3. Rondhangen in goed gezelschap.
2. Met kinderen spelen: Mohammed vond het zelfs goed dat zijn kleinkinderen op zijn rug klommen als hij neerboog om te bidden.
1. Trouwen en de wettige geneugten die dat met zich meebrengt: veel is in de slaapkamer geoorloofd zolang men er niet met anderen over spreekt.
Het boekje waarschuwt tegen de poelen des verderfs die het westen heeft voortgebracht, maar waarschuwt moslims ook dat ze hun huizen en moskeeën niet jeugdonvriendelijk moeten maken: verantwoord vermaak bieden is van groot belang. Niettemin zijn sommige zaken echt verboden, zoals het vieren van feesten van ongelovigen (Kerst, Pasen, Halloween, etc.) en spelletjes die om geld worden gespeeld, bijvoorbeeld kaarten en backgammon—is er geen geld maar wel een dobbelsteen en daarmee een gelukselement in het spel, dan is het niet verboden maar wel afkeurenswaardig.
Sporten op zich is goed: het houdt moslims gezond en gereed om zichzelf, hun familie of hun godsdienst te verdedigen mocht dit nodig zijn. Het kijken van profesionele sportwedstrijden moet echter worden ontraden: het leidt tot verkwisting van tijd en verkwisting van kennis (wat nut heeft om al die spelers te kennen, zelfs voor het leven in deze wereld, laat staan voor het hiernamaals?) en het leidt tot heldenverering.
Televisie werd aanvankelijk door veel moslimgeleerden als ongeoorloofd gezien, maar wordt nu gebruikt voor de verspreiding van de islam en is dus niet slecht in zichzelf: het is alleen zaak om af te stemmen op islamitische zenders omdat men zichzelf en zijn kinderen anders onnodig in verleiding brengt. Kinderen mag je pas een mobieltje geven als ze er geestelijk rijp voor zijn, vanwege alle verleidingen die het onder handbereik brengt. Internet moet je alleen voor nuttige zaken gebruiken, in een open ruimte waar anderen mee kunnen kijken, op een computer met een pornofilter en nadat je bismillah (“in Gods naam”) hebt gezegd.
Tot slot, wat betreft schaken: veel moslimgeleerden hebben dit afgekeurd. De uitspraken van de profeet waar dit op is gebaseerd, zijn echter waarschijnlijk niet authentiek en daarom hebben anderen geoordeeld dat schaken niet verboden is en zelfs voordelen biedt: Sjeik al-Qaradawi zegt: “Het is een een mentale oefening die denken en plannen vereist. (…). Terwijl backgammon een geluksspel is (…), is schaken een spel van inzicht en strategie, te vergelijken met boogschieten.” Er is echter een uitspraak die soms is vertaald als: “Wie schaakt, is als degene die zijn hand verft met het vlees en bloed van een varken.” De juiste vertaling is evenwel, aldus de auteur van het boekje: “Wie dobbelt, zal worden beschouwd als iemand die zijn handen in varkensbloed steekt.” Schaken wordt dus niet veroordeeld en mag dus wel, ook volgens de islam.
Desalniettemin is de werkelijkheid in de Arabische wereld, of althans in Egypte, dat het aanvechtbare voetbal kijken veel populairder is dan het geoorloofde schaken.
N.a.v. Abu Muawiyah Ismail Kamdar, Having Fun the Halal Way: Entertainment in Islam (Riyadh: International Islamic Publishing House, 2011).