Jihad in een bitterkoud seminarie

Op ons seminarie wordt jihad gepreekt en het is er bitterkoud. Leest u, om misverstanden te voorkomen, wel even door tot het einde.P1400896

“Il-gaw misj bard, il-gaw talg,” werd hier gisteren tegen mij gezegd, “het weer is niet kou, het weer is ijs,” of wat vrijer vertaald: “Het is niet koud, maar ijskoud.” Het was overbodige informatie, want ik voel de snijdende kou zelf ook aan den lijve. Acht graden zou het momenteel nog moeten zijn, maar het voelt alsof het vriest. Nee, en dan niet in de zin van dat mooie vriesweer waarbij je droomt van een schaatstocht door de polders. Het is guur en nat. Gisteren heeft het gestortregend en vanmiddag moet er nog veel meer neerslag vallen. De stad van de immer schijnende zon is in deze dagen in donkere wolken gehuld.

“Kom op,” zegt u, “niet zo dramatisch, het is overal wel eens koud. Blijf gewoon lekker een dagje binnen, doe deuren en ramen goed dicht en zet de verwarming een graadje hoger.” Ja, maar de wind waait toch venijnig door het onafsluitbare kiertje van de balkondeur naar binnen en het glas is enkel en in de meeste Egyptische huizen is niet eens een verwarming. Met truien, jassen en dekens kleumen de mensen deze dagen door.

Een Syrische student keek gisteren vol bewondering naar de boekencollectie in mijn werkkamer. Hij vertelde dat hij door de loop der jaren zelf in Syrië een bibliotheek van bijna duizend boeken had opgebouwd, maar dat hij niet weet wat ervan geworden is. Misschien is het huis verwoest en is alles al weg. Misschien worden de boeken nu deze dagen opgestookt door mensen die anders de letterlijke vrieskou en het stevige pak sneeuw daar niet zouden overleven.

Inderdaad, wat klaag ik? In mijn appartement hangt een airco die ook een verwarmingsstand heeft. Als ik die inschakel en het temperatuurschuifje op 26 graden zet, ontstaat na verloop van enige tijd een gevoelstemperatuur van rondom de 19 graden. Voor een Hollandse koukleum is dat met een trui aan wel een dagje of twee, drie te harden. Dat is dan ook wel weer handig want er is wel gewoon werk aan de winkel: studentenpapers corrigeren, colleges voorbereiden, een stuk klaarmaken voor de herziening van het curriculum van de predikantsopleiding, etc.

– – –

Ondertussen wordt in de kapel van ons seminarie jihad gepreekt of, zoals men hier zegt, gihèèd (waarbij de g wordt uitgesproken als in girl of eventueel als in gentleman). Of preciezer gezegd, een collega had gisteren jihad moeten preken maar koos er uiteindelijk voor om boodschap van zijn overdenking samen te vatten in een citaat uit de Heidelbergse Catechismus (vraag en antwoord 86). In het Bijbelgedeelte dat hij las, stond het echter echt in het Arabisch: “Strijd de goede jihad” (1 Tim. 6:12). Hetzelfde woord jihad wordt in de Arabische Bijbelvertaling ook gebruikt voor de “loopbaan” of “wedstrijd” waartoe we worden opgeroepen en aangemoedigd in Hebreeën 12:1.

In het verklarend woordenlijstje van 55 pagina’s dat tegenwoordig achterin de negentiende-eeuwse Arabische Bijbelvertaling wordt opgenomen wordt het woord jihad niet toegelicht—in tegenstelling tot tal van andere termen is het geen ouderwets, onbekend woord. Christenen in de Arabische wereld weten goed genoeg wat godsdienstwaanzinnig geweld is, maar ze weten ook dat jihad als zodanig een veel positievere betekenis kan hebben: persoonlijke inspanning en in het bijzonder geestelijke strijd om je niet te laten overwinnen door het kwaad maar het kwaad te overwinnen door het goede.

Het is één van de uitdagingen voor de curriculumherziening: leg je alle nadruk op tentamens en onderzoekspapers en komt jihad alleen toevallig een keer in de kapel aan de orde of maak je jihad juist een expliciet leerdoel (om elk misverstand te voorkomen dan misschien toch maar onder een andere naam zoals “geestelijke vorming”)?

Foto: Egyptische theologiestudenten vorig jaar december. Toen was het niet zo koud.

Maak een website of blog op WordPress.com