De uitspraak van de alif in het Arabisch

In mijn blogbericht met foto’s van Wadi el-Hitan schreef ik dat de naam van dit “dal der walvissen” wordt uitgesproken als waadie-l-hietèèn. Uiteraard was dit een benadering en had ik nauwkeurigerwijs aan moeten geven dat de w bilabiaal wordt uitgesproken (als een Engelse w) en dat de h hier een faryngaal is die in de keelholte wordt geproduceerd (een toegefluisterde h). Ik nam echter aan dat de meeste lezers van deze weblog meer geïnteresseerd zouden zijn in de foto’s dan in een dergelijk gedetailleerde discussie van de uitspraak.

Een korte toelichting op de uitspraak leek me echter wel zinvol omdat een Nederlander die geen kaas heeft gegeten van het Arabisch “Hitan” anders misschien zou uitspreken als hietan (met de klemtoon op de eerste lettergreep en een a als in het Nederlandse “kan”) of misschien op z’n Engels (met de i als de Nederlandse klank ai en de a verslapt tot een toonloze e) als haiten—beide uitspraken zouden in Egypte slechts met veel moeite worden begrepen. Wie daarentegen waadie-l-hietèèn uitspreekt alsof het een Nederlands woord was, met de klemtoon op de laatste lettergreep en de èè ongeveer uitgesproken zoals de è in crème of de ê in gêne, zou zeker in Egypte worden begrepen, uiteraard mits uw gesprekspartner vertrouwd is met de woestijn.

Niettemin werd mij op Facebook tegengeworpen dat ik de uitspraak van de a in het woord Hitan niet met èè had moeten weergegeven maar met aa en dat ik dus hitaan had moeten schrijven; tenminste, als ik de Egyptische standaarduitspraak bedoelde weer te geven en niet een provinciaal dialect. Hierover het volgende.

Transcriptie

De a in Hitan is een lange klinker die in het Arabische schrift wordt weergegeven met de letter alif (in een gevocaliseerde tekst met fatha + alif). Er zijn verschillende manieren om deze lange a in westers schrift weer te geven, bijvoorbeeld:

  • a — vaak wordt in algemene publicaties geen verschil gemaakt tussen de korte a (fatha) en de lange a (fatha + alif) en worden beide weergegeven met een enkele a. Dit houdt de spelling kort en simpel, maar de lezer moet het woord eerst een keer gehoord hebben om te weten wat de uitspraak is.
  • ā of a:  — in wetenschappelijke publicaties wordt vaak een streepje boven de a geplaatst om aan te geven dat deze lang is. Zo staat het bijvoorbeeld in de veel gevolgde richtlijn van de Library of Congress. Manfred Woidich en Rabha Heinen-Nasr gebruiken in hun leerboek Kullu tamām: Inleiding tot de Egyptische omgangstaal (4e druk; Amsterdam: Bulaaq, 2004) bij de transcriptie van het Egyptisch Arabisch ook voortdurend het teken ā om een lange a weer te geven. Het nadeel voor de schrijver is echter dat er bijvoorbeeld in Microsoft Word geen voorgeprogrammeerde snelle toetsencombinatie is om een ā te produceren: je moet hem opzoeken in het symboolmenu of de code “0101, alt+x” uit je hoofd leren of zelf een sneltoets instellen. En voor de niet-ingewijde lezer is het streepje boven de a eerder raadselachtig en vervreemdend dan een heldere, simpele aanwijzing dat de a hier lang moet worden uitgesproken.
    In plaats van het streepje boven de a wordt ook wel een dubbele punt achter de a geplaatst om aan te geven dat deze lang is. Dit is gemakkelijker te typen, maar in sommige gevallen kan het onduidelijk zijn of de dubbele punt verlengingsteken dan wel leesteken is (de officiële oplossing hiervoor is dat men niet een gewone dubbele punt maar twee kleine driehoekjes boven elkaar als verlengingsteken gebruikt, maar dat is weer moeilijker te typen). Voor de niet ingewijde lezer is zo’n dubbele punt achter de a ook even raadselachtig als een streepje boven de a.
  • aa : nauwkeuriger dan de eerste manier en eenvoudiger te begrijpen dan de tweede is de derde waarbij in het geval van de lange a (fatha + alif) de a wordt verdubbeld tot aa. Dit systeem wordt bijvoorbeeld gevolgd door Karin C. Ryding in haar A Reference Grammar of Modern Standard Arabic (Cambridge: Cambridge University Press, 2005).

Als zodanig is de opmerking op Facebook dus zeker juist dat de a in Hitan is weer te geven als aa.

Uitspraak

P1560718Toch is hiermee niet alles gezegd. De vraag is namelijk nog open wat de klankkleur is van de aa. De niet in het Arabisch ingewijde Nederlander zal waarschijnlijk vermoeden dat het om de aa van “kaas” gaat. In veel Arabische woorden wordt de alif van verlenging echter uitgesproken op een manier die dichter in de buurt komt van èè, ongeveer zoals de a in jazz maar dan nog iets langer. Vandaar dat ik in mijn blogbericht hietèèn schreef (waarbij ik er natuurlijk van uitging dat u op de richting van de accenttekens zou letten en u dus niet éé zoals in “één” zou zeggen, want dat zou fout zijn).

Had ik hitaan geschreven en had u dan in Egypte de weg gevraagd en de aa daarbij als áá zoals in “kaas” uitgesproken, dan had een Egyptenaar waarschijnlijk even geaarzeld: bedoelt u èè of bedoelt u àà (lange à)? Of preciezer gezegd: een Egyptenaar zou zich afvragen welke medeklinker u voor de alif uitsprak: een ت (gewone t, waarna de alif gewoonlijk als èè klinkt) of een ط (emfatische t, ook wel weergegeven als , of T, waarna de alif als àà klinkt)? Dat onderscheid is niet onbelangrijk: het gaat in het Arabisch echt om twee verschillende letters. Zo betekent bijvoorbeeld tien (met gewone t) “vijgen” en ṭien (met emfatische t) “klei”.

Uiteraard hoeft u het bovenstaande niet puur op het gezag van mij als non-native speaker aan te nemen. Dat de lange a (aa; fatha + alif) in het Arabisch niet altijd hetzelfde wordt uitgesproken, wordt in wetenschappelijk georiënteerde leerboeken algemeen erkend. Vaak worden twee of drie hoofduitspraken onderscheiden. Zo schrijven Manfred Woidich en Rabha Heinen-Nasr in hun Inleiding tot het Modern Standaard Arabisch (2e druk; Amsterdam: Bulaaq, 2003) op pagina 6: “ā en a neigen in de uitspraak naar èè [æ], [æ:] of meer gecentraliseerd naar [ɐ], [ɐ:], behalve vóór en na emfatische medeklinkers. In dit geval worden ā en a meer achter in de mond gearticuleerd, d.w.z. [ɑ] en [ɑ:]: baṭṭa [bɑṭṭɑ] ‘eend’ (…).”

En Ryding schrijft in haar genoemde grammatica op pagina 25–26: “The letter ˀalif represents a long /aa/ sound. The quality of this sound varies from being fronted (as in the English word ‘fad’), a low central vowel (as in ‘far’), or a low back vowel (as in the English word ‘saw’).” Ze geeft hierbij enkele voorbeelden van woorden met een “fronted” /aa/ (bijvoorbeeld naas “mensen”; voor gewone Nederlanders zou ik de uitspraak van dit woord weergeven als nèès) en woorden met een “backed” /aa/ (bijvoorbeeld naar “vuur”; voor Nederlanders zou ik de uitspraak hiervan weergeven als nààr) en vervolgt dan: “Usually, in order to have the central or backed pronunciation, the word has a back consonant, either a velarized one (S, D, T, or Z) or a qaaf (…). The backed pronunciation is also used when ˀalif is followed immediately by raaˀ (as in […] naar […]). However, in certain parts of the Arab world, especially in the Eastern regions (such as Iraq), the backed pronunciation is more frequent.”

Wat betreft het Egyptisch Arabisch (meer in het bijzonder het dialect van Caïro) schrijven Woidich en Heinen-Nasr op pagina 4 van Kullu tamām: “ā en a neigen in de uitspraak naar èè ([æ] of een meer gecentraliseerd [ɐ]), behalve vóór en na emfatische medeklinkers. In dit geval worden ā en a meer achter in de mond gearticuleerd, d.w.z. [ɑ] en [ɑ:]: fāṛ [fɑ:r] ‘muis’ (…).”

Kortom, met de uitspraak èè in hietèèn heb ik u niet uit onkunde of doelbewust op een dwaalspoor gezet, maar u juist het geëffende pad van Woidich en Heinen-Nasr gewezen, dat tegelijk ook overeenstemt met mijn luisterervaring hier in Egypte. Overigens kan èè nog een benadering zijn van twee klanken die in fonetisch schrift te onderscheiden zijn: [ɛ:] en [æ:]. Waar Woidich en Heinen-Nasr zeggen dat het om de tweede klank gaat, krijg ik de indruk dat Egyptenaren om mij heen althans in sommige woorden de alif als [ɛ:] uitspreken en dat ze dit ook in “Hitan” doen, terwijl iemand op Facebook juist opmerkte dat Egyptenaren volgens haar ae zeggen (waarmee ze waarschijnlijk de klank [æ:] bedoelt). Misschien kan een taalkundige nog iets meer licht laten schijnen op deze kwestie, maar hoe dit ook zij, als u in Egypte blijft vragen naar waadie-l-hietèèn, zult u vroeger of later vast en zeker het woestijngebied vinden, waar niet de klankkleuren van het Arabisch maar het kleurenspel van het landschap en de walvisbeenderen uw aandacht opvragen—met wat geluk kunt u daar geheel alleen ronddolen en verstoort geen stem de stilte.

Maak een website of blog op WordPress.com