Leeslijst Egypte

Onderstaande leeslijst is bedoeld voor wie geïnteresseerd is in Egypte, er op bezoek gaat of er is komen wonen. Ik heb deze lijst voorjaar 2012 samengesteld en heb nu, januari 2013, alleen enkele kleine aanpassingen doorgevoerd. Vanzelfsprekend pretendeert deze lijst geen enkele vorm van volledigheid. Onder andere bij de American University in Cairo Press verschijnen voortdurend Engelstalige boeken over Egypte.

Binnenkomen in Egypte

Joris Luyendijk. Een goede man slaat soms zijn vrouw. 8e druk. Amsterdam: Podium, 2007. 233 pag. Een 23-jarige Nederlandse jongen leeft een jaar tussen Egyptische leeftijdsgenoten en doet achteraf verslag in een boek.

Khaled Al Khamissi. Taxi. Vert. Jonathan Wright. Laverstock: Aflame books, 2008. 218 pag. In Cairo worden taxi’s niet bestuurd door automaten waar je geld in gooit, maar door mensen met een verhaal. Een journalist verzamelde zijn gesprekken met chauffeurs in een boek.

Jos Strengholt. Egypte, mijn volk: Ooggetuige van een omwenteling. Heerenveen: Medema, 2011. 238 pag. Strengholt woont al twintig jaar in Caïro en is tegenwoordig priester in de anglicaanse kerk in de wijk Heliopolis.

Gert-Jan Segers. Twee broers en een meisje met geel haar: Roman. Zoetermeer: Mozaïek, 2008. 216 pag. Segers, die zelf zeven jaar in Caïro woonde, verwerkt in zijn roman Egyptische reacties op 9/11.

De weg vinden in Egypte

Zora O’Neill, Michael Benanav, Jessica Lee en Anthony Sattin. Egypt. 11e druk. Victoria: Lonely Planet, 2012. 552 pag. Welke details er ook niet (meer) mogen kloppen, de Lonely Planet blijft toch de handzame all-in-one reisgids voor Egypte.

Lesley Lababidi, red. Cairo: The Practical Guide. 16e druk. Cairo: American University in Cairo Press, 2008. xxix + 225 pag. Wanneer u dit leest, is mogelijk de achttiende druk al op de markt: deze gids is een must voor wie voor korte of langere tijd in Caïro komt wonen. Het geeft antwoord op vragen als: hoe gaat dat hier en wat vind je waar? Voor de duidelijkheid: het boek is niet bedoeld voor toeristen die een citytrip naar Caïro maken.

Verdieping in Egypte

John R. Bradley. Inside Egypt: The Land of the Pharaohs on the Brink of a Revolution. New York, NY: Palgrave Macmillan, 2008. 242 pag. Dit boek schrijft onder andere over Moslimbroeders en bedoeïnen, soefi’s en christenen, en marteling en corruptie. De editie die ik heb verscheen enkele jaren voor de revolutie van 25 januari 2011. Naar ik begreep, is er inmiddels ook een druk die na de voorzegde revolutie is verschenen.

Galal Amin. Egypt in the Era of Hosni Mubarak, 1981–2011. Cairo: American University in Cairo Press, 2011. 173 pag. Dit boek verscheen oorspronkelijk in het Arabisch en is na het aftreden van Mubarak bewerkt en vertaald in het Engels.

Faraoons Egypte

Jacco Dieleman. De wereld in evenwicht: Goden en mensen in het Oude Egypte. De oudheid. z.p.: Salomé—Amsterdam University Press, 2006. 160 pag. Een beknopte, geïllustreerde inleiding in de oud-Egyptische godsdienst.

Regine Schulz en Matthias Seidel, red. Egypte: Het land van de farao’s. z.p.: H.F. Ullmann, 2007. 538 pag. Dit rijk geïllustreerde alles-in-één boek over het Oude Egypte biedt de niet-specialist meer dan voldoende.

Mark Collier en Bill Manley. Hiërogliefen ontcijferen en lezen: Een stap-voor-stap leerboek voor zelfstudie. Vert. Olaf Kaper. Ill. Richard Parkinson. Amsterdam: Bulaaq, 2000. Ter voorbereiding op een Egyptereis kan men beter het Arabische alfabet dan het hiërogliefenschrift leren, maar wie zin heeft in beide, kan voor het tweede met dit boek goed aan de slag.

Opper-Egypte

Henry Habib Ayrout. The Egyptian Peasant. Vert. en inl. John Alden Williams. Inl. Morroe Berger. Fotogr. Margo Veillon. Cairo: American University in Cairo Press, 2005. XII + xix + 167 pag. Dit boek over de boerenbevolking in het Nijldal verscheen voor het eerst in 1938 maar is nog steeds het lezen waard. Veel is hetzelfde gebleven, veel is veranderd.

Sayyid Qutb. A Child from the Village. Red., vert. en inl. John Calvert en William Shepard. Cairo: American University in Cairo Press, 2005. xxxii + 150 pag. Sayyid Qutb vertelt over zijn jeugd in een Opper-Egyptisch dorp vroeg in de twintigste eeuw (later werd hij een vooraanstaand lid van de Moslimbroederschap).

Hans Alexander Winkler. Ghost Riders of Upper Egypt: A Study of Spirit Possession. Vert. en inl. Nicholas S. Hopkins. Cairo: American University in Cairo Press, 2009. vi + 163 pag. In de wereldbeschouwing van Opper-Egyptenaren spelen geesten vaak een rol. In 1936 publiceerde Winkler er een studie over die nu in het Engels is vertaald.

Nicholas Hopkins en Reem Saad, red. Upper Egypt: Identity and Change. Cairo: American University in Cairo Press, 2004. xiv + 289 pag. Deze bundel van veertien relatief recente wetenschappelijke bijdragen over de Opper-Egyptenaren zal het bredere publiek wat minder aanspreken maar verwijst de wetenschapper ook naar tal van andere publicaties over Opper-Egypte.

Christelijk Egypte

Alberto Siliotti. Coptic Egypt. Egypt Pocket Guide. Cairo: American University in Cairo Press, 2007. 48 pag. Deze gids biedt een leuke kennismaking voor wie een bezoek aan Koptisch Cairo, de kloosters van Wadi Natrun of de Rode Zee-kloosters op het reisprogramma heeft staan.

Otto F. A. Meinardus. Two Thousand Years of Coptic Christianity. Paperbackeditie. Cairo: American University in Cairo Press, 2002. viii + 344 pag. Het eerste deel van dit boek behandelt op lezenswaardige wijze de geschiedenis, tradities, theologie en structuur van de koptisch orthodoxe kerk. Het tweede deel is meer een naslagwerk en biedt een overzicht van koptisch orthodoxe kerken en kloosters.

Otto F. A. Meinardus. Christians in Egypt: Orthodox, Catholic, and Protestant Communities Past and Present. Cairo: American University in Cairo Press, 2006. xi + 197 pag. Wie reeds heeft ontdekt dat er in Egypte niet alleen moslims maar ook christenen wonen en dat die christenen naast koptisch-orthodox ook rooms-katholiek of protestants (ingili) kunnen zijn maar dan vertwijfeld constateert dat er nog meer kerkgenootschappen met vaak vreemde namen zijn, vindt in dit boek een handzaam overzicht van de kerkelijke kaart.

Otto F. A. Meinardus. Coptic Saints and Pilgrimages. Paperbackeditie. Cairo: American University in Cairo Press, 2007. viii + 113 pag. Dit boek gaat over populaire overleveringen van koptische christenen. Het aantal plaatsen dat door de Heilige Familie tijdens de vlucht naar Egypte is bezocht is in de koptische traditie langzaam maar zeker uitgebreid: “For example, in 1955, Bishop Mikha’il of Asyut, probably on the recommendation of members of the local chamber of commerce, announced that the holy family had continued their travels from Dair al-Muharraq at al-Qusiya sixty-one kilometers south to the caves of Istabl ‘Antar (Durunka), south of Asyut. Since then, the participants in the annual pilgrimage to Durunka in August have outnumbered the one hundred thousand pilgrims to Dair al-Muharraq, and have brought considerably more business to the region. In a sense, the Holy Virgin Mary has confirmed the episcopal decision, as she has appeared at least three times in Durunka: on January 22, 1980, to a Coptic deacon; on January 10, 1988 to an Australian visitor; and on August 17, 1990, as a bright shining light in the cave” (pag. 84). Zie de paragraaf “Naar de Maagd” in het blogbericht Opper-Egyptische zomer voor een verslag van een bezoek aan dit klooster tijdens het Mariafeest in augustus.

Woestijnen en oases

Cassandra Vivian. The Western Desert of Egypt: An Explorer’s Handbook. Cairo: American University in Cairo Press, 2008. xix + 459 pag. Voor een korte bezoekje aan de Westelijke woestijn (het immense gebied tussen de Nijl en de Libische grens) volstaat de Lonely Planet-gids misschien, maar wie meer wil, zal zowel de achtergrondinformatie als de praktische info in dit stevige boek hoog op prijs stellen.

Sahar Abdel-Hakim en Deborah Manley. Traveling through the Deserts of Egypt: From 450 B.C. to the Twentieth Century. Cairo: American University in Cairo Press, 2009. xiii + 232 pag. Een bloemlezing uit reisverslagen.

Athanasius van Alexandrië. Verleidingen in de woestijn: Het leven van de heilige Antonius. Vert. en toel. Vincent Hunink. Amsterdam: AthenaeumPolak & Van Gennep, 2002. 117 pag. Zo’n zeventienhonderd jaar geleden koos Antonius ervoor als kluizenaar in de woestijn te wonen, ver van de bewoonde wereld. Dankzij Athanasius, die zijn levensverhaal op schrift zette, werd hij juist zo wereldberoemd. Men zou dit boekje bijvoorbeeld voor of na een bezoek aan het Antoniusklooster (nabij de Rode Zee) kunnen lezen.

Alberto Siliotti. Saint Catherine: The Monastry and Its Territory. Egypt Explorer Guide. Verona: Geodia, 2008. 96 pag. Het Grieks-orthodoxe Catharinaklooster ligt aan de voet van de berg waar Mozes de Tien Geboden zou hebben ontvangen. Deze gids vormt een mooie voorbereiding op zowel een beklimming van de berg als een bezoek aan het klooster zelf.

Alberto Siliotti. The Fayoum and Wadi el-Rayan. Cairo: American University in Cairo Press, 2005. 48 pag.

Fathi Malim. Oasis Siwa: From the Inside; Traditions, Customs and Magic. z.p.: Al Katan, 2001. xiii + 140 pag. Dit boek is geschreven door een antropoloog die zelf uit de Siwa-oase afkomstig is. De uitvoering had iets professioneler gekund, maar het is een aardige kennismaking met de cultuur van Siwa—een “must” voor wie deze afgelegen oase bezoekt.

Klassieke Arabische literatuur

Het volledige verhaal van Ali Baba, de veertig rovers en het meisje Mardjana. Vert. Richard van Leeuwen. Amsterdam: Bulaaq, 2005. 123 pag. Wie in de geest van de Egyptenaren en andere oosterlingen door wil dringen, moet hun literatuur lezen. En waar kan men beter beginnen dan met het prachtige verhaal van Ali Baba en de veertig rovers, door Van Leeuwen vanuit het Arabisch in een leuk klein boekje in lekker lopend Nederlands overgezet. Er is alleen één probleem: dit verhaal stamt hoogst waarschijnlijk niet echt uit Midden-Oosten maar uit Frankrijk en weerspiegelt dus vooral de Westerse fantasie over de oosterse cultuur.

De taal der engelen: 1250 jaar klassiek Arabisch proza. Samenst. Arnoud Vrolijk. Amsterdam: Contact, 2002. 622 pag. Een mooie dwarsdoorsnee van de diverse genres van Arabisch proza van de Koran tot 1850.

Een Arabische tuin: Klassieke Arabische poëzie. Vert. Geert Jan van Gelder. Amsterdam: Bulaaq, 2008. 415 pag. De klassieke poëzie wordt als het hoogtepunt van de Arabische literatuur gezien. Hier een voorbeeld van een wat luchtiger gedicht (van de hand van de Egyptenaar Ibn Soedoen, gestorven in 1464), dat scherts en verdriet in zich vereent (pag. 345–46):

Moeder is dood! Mijn smarten doen mij buigen.
Hoe vaak liet zij mij, zuigeling, niet zuigen.

Hoe vaak heeft zij mij niet als kind verwend,
zodat ik nu de man bent die u kent!

Zei ik ‘Namnam!’, zij kwam met eten draven;
zei ik ‘Oembóe!’, zij kwam mij met water laven.

Riep ik ’s nachts ‘Wèèh!’, ze kwam haar bed uitvliegen,
om mij met ‘Hè hè!’ weer in slaap te wiegen.

Soms zegt ze ‘Tsk!’, dan is ze boos op mij;
maar dan, met ‘Koetsjie-koetsj!’ maakt zij me blij.

Ik vlucht van school, mijn vader zoekt zijn kind,
maar moeder zorgt ervoor dat hij ’m niet vindt.

Ik word besneden: zij, blij ululerend,
strooit zout over mij heen, geesten bezwerend.

En bij mijn huw’lijk is zij druk: misschien
kan zij mij in m’n mooiste kleren zien!

Toen bracht zij, net als mij, mijn kind’ren groot.
Daarna, o wee, o droefheid! ging zij dood.

(…)

NB: “ululerend” is een neologisme van Van Gelder voor de “hoge langgerekte tril-gil die Arabische vrouwen bij blijde of emotionele gebeurtenissen laten horen.” Ik vind het een goed gevonden woord dat ik vaker wil gaan gebruiken—ik hoor in Egypte veel geüluleer.

De vertellingen van duizend-en-één-nacht. 3 delen. Vert. Richard van Leeuwen. 3e druk. Amsterdam: Bulaaq, 2006. 1056 + 1112 + 1047 pag. Hoewel de verhalen van duizend-en-één-nacht in de Arabische wereld niet tot de literaire canon worden gerekend en sommige vertellingen (niet zonder reden) in strijd met de goede zeden worden geacht, genieten ze toch nog steeds bekendheid. Ter illustratie een verhaaltje uit de vierhonderdachtenzeventigste nacht (deel 2, pag. 578):

Er was eens een profeet, die zich op een hoge berg had afgezonderd om God te aanbidden. Aan de voet van de berg bevond zich een bron met stromend water en overdag placht de man boven op de berg te zitten waar de mensen hem niet konden zien, terwijl hij tot God bad en naar de mensen keek die langs de bron kwamen. Toen hij daar op een dag zat, zag hij een ruiter aankomen die naar de bron toereed, daar afsteeg en een beurs neerlegde die hij om zijn hals droeg. Hij rustte uit, dronk van het water en reed weer verder. Hij liet de beurs vol met dinars echter liggen.

Even later kwam er een andere man bij de bron die de beurs met geld vond. Hij leste zijn dorst en snelde weer weg.

Niet lang daarna verscheen er een houtdrager met een zware lading hout op zijn rug. Hij ging bij de bron zitten en dronk van het water. Opeens kwam de eerste ruiter weer terug. Hij zij opgewonden tegen de houtdrager: ‘Waar is de beurs die ik hier heb laten liggen?’

De man zei: ‘Ik weet van niets.’

De ruiter trok zijn zwaard en sloeg de houtdrager het hoofd af, waarna hij zijn kleren doorzocht zonder iets te vinden. Vervolgens liet hij hem liggen en reed weg.

De profeet sprak: ‘O Heer, de een heeft duizend dinar geroofd en de ander heeft een onschuldige gedood.’

Dan wordt de profeet echter geopenbaard dat de vader van de ruiter de duizend dinar had gestolen van de vader van de andere man en dat daarom de zoon van die man de kans kreeg het geld van zijn vader terug te krijgen. Daarnaast had de houtdrager de vader van de ruiter gedood en daarom kreeg diens zoon de kans bloedwraak te nemen. De moraal van dit verhaal is dat de schepping veel geheimen kent die het oog niet ziet en dat de mens zich dus over moet geven aan Gods oordeel en wil omdat door zijn wil goed en kwaad geschieden—aldus een gedicht dat de volgende nacht wordt geciteerd.

Moderne Arabische literatuur

Denys Johnson-Davies, red. The AUC Press Book Modern Arabic Literature. Cairo: American University in Cairo Press, 2006. 486 pag. In zo’n tachtig korte verhalen en romanfragmenten biedt dit boek een dwarsdoorsnee van de hedendaagse Arabische letterkunde.

Naguib Mahfouz. The Cairo Trilogy: Palace Walk, Palace of Desire, Sugar Street. Vert. William Manyard Hutchins, Olive E. Kenny, Lorne M. Kenny en Angele Botros Samaan. Inl. Sabry Hafez. Cairo: American University in Cairo Press, 2001. Het bekendste werk van de Egyptische nobelprijswinnaar. Zie ook: Mahfouz over Egypte voor de revolutie.

Aala Al Aswany. The Yacoubian Building. Vert. Humphrey Davies. Cairo: The American University in Cairo Press, 2004. Geeft aan de hand van de (gefingeerde) bewoners van het echt bestaande Yacoubian-gebouw een ontluisterend beeld van misstanden in de Egyptische samenleving. De op het boek gebaseerde gelijknamige dvd is wellicht de belangrijkste Egyptische filmproductie van het afgelopen decennium.

Overig

Karima Khalil. Messages from Tahrir: Signs from Egypt’s Revolution. Cairo: American University in Cairo Press, 2011. 156 pag. Dit fotoboek geeft een goed beeld van de sfeer op het Tahrirplein eind januari begin februari 2011 aan de hand van slogans, spandoeken, etc. die waar nodig worden vertaald.

Khaled al-Berry. Life is More Beautiful than Paradise: A Jihadist’s Own Story. Vert. Humphrey Davies. Cairo: American University in Cairo Press, 2009. xi + 189 pag. Al-Berry vertelt hoe hij ingroeit in de Jama‘a Islamiya, gearresteerd wordt vanwege zijn betrokkenheid bij deze islamistische beweging en er vervolgens van vervreemd raakt.

Scott L. Marcus. Music in Egypt: Experiencing Music, Expressing Culture. Global Music Series. Oxford: Oxford University Press, 2007. xxiv + 200 pag. + CD.

Maak een website of blog op WordPress.com