Diep in Egypte, 500 km ten zuiden van Caïro, net buiten provinciehoofdstad Sohag, op de grens van Nijldal en westelijke woestijn, op een steenworp afstand van het eeuwenoude Witte Klooster, staat een opvallende nieuwe koptisch-orthodoxe kerk.
De tuin rond de kerk is rijk versierd met christelijke kunst.
Langs de zijmuur zijn tal van Bijbelverhalen verbeeld.
Adam en Eva
Kaïn en Abel
Noach en de ark
Abraham offert Izaäk.
Jacobs droom bij Bethel
Jozef en zijn broers
Mozes en de doortocht door de Rode Zee
Jozua en de verwoesting van Jericho
Simson duwt de Filistijnse tempelzuilen omver.
Samuel zalft David.
David en Goliath
Salomo velt een oordeel.
Elia ten hemel opgenomen
De muren van Jeruzalem herbouwd na de terugkeer uit de ballingschap
Tobias, de engel en de vis (Tobit 6: hoewel koptisch-orthodoxe christenen gewoonlijk dezelfde Arabische Bijbeluitgave gebruiken als de protestantse kopten, dus zonder Tobit en de andere apocriefe/deuterocanonieke boeken, beschouwt de koptisch-orthodoxe kerk deze boeken wel als kanoniek.)
De drie mannen in de vurige oven
Daniël in de leeuwenkuil
Maria en de engel Gabriël
De stal met herders en wijzen
De vlucht naar Egypte: traditiegetrouw met de drie piramides op de achtergrond (links naast de kop van de ezel, net onder de heuvels)
De bruiloft te Kana: het schilderwerk is nog niet af.
De Samaritaanse vrouw.
Fragment van een schets voor een afbeelding: de muur van de kerktuin bevat de nodige nog te beschilderen witte vlakken.
Voor één van de witte vlakken staat een kerststal. Terwijl kerk en tuin als geheel zich een beetje tussen kunst en kitsch bewegen met het overdadig gebruik van goudkleurige verf en de simpele heldere afbeeldingen—de eenvoudige kopt spreekt dit waarschijnlijk aan; de chauffeur die mij naar het Witte Klooster brengt, moedigt me in elk geval erg aan deze kerk (de Sint Karaas-kerk) te bezoeken—, is de kerststal pure kitsch: de opblaaskerstman rechts beweegt op en neer en trekt daarmee de aandacht naar zich toe.
Wie echter niettemin de moeite neemt naderbij te komen ontdekt toch enige meer inhoudelijke symboliek: os en ezel hebben de weg naar de kribbe gevonden en vormen daarmee een beschamend voorbeeld voor het volk van God—een oude uitlegtraditie betrekt Jesaja 1:3 (“Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib van zijn heer; maar Israël heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet”) op kerstfeest.
Midden in de tuin bevindt zich een verlaagd gedeelte dat omringd is engelen die spreuken uit het boek Spreuken omhoog houden.
Onder de engelen en spreuken bevinden zich afbeeldingen van heiligen. Hieronder staan (naar ik meen) Sint Paulus en Sint Antonius, de twee beroemde vroegchristelijke kluizenaars naar wie kloosters bij de Rode Zee zijn vernoemd.
Als ik me niet vergist ademt de tuin als geheel toch iets van de herwaardering van de Bijbel in de koptisch-orthodoxe vroomheid. De traditionele heiligen worden niet uitgebannen, maar omringd door Schriftwoorden en een muur van Bijbelse afbeeldingen, waarvan een groot deel uit het Oude Testament.
Wanneer ik door de kerktuin loop, vang ik uit een luidspreker Arabische woorden uit 1 Johannes op en besluit ik de kerk van binnen te gaan bekijken. Een grote glazen lift biedt uitzicht over de omgeving en het Witte klooster en brengt me naar de derde verdieping, waar zich de eigenlijke kerkruimte bevindt en een mis gaande is.
Door de openstaande deuren is het mogelijk vanaf de buitenbalkons enkele foto’s te nemen zonder de godsdienstoefening te verstoren.
Het verbaast mij dat zelfs de nieuwste editie van de Lonely Planet-reisgids voor Egypte (juni 2012) wel het Witte Klooster noemt, maar niet deze kerk. Wie het vooroordeel heeft overwonnen dat men net zo goed van Caïro naar Luxor kan vliegen omdat er onderweg toch niets noemenswaardigs te zien is en een stop maakt in Sohag zal naast het zestien eeuwen oude klooster ook graag even deze kerk aandoen, om te ontdekken dat het koptische christendom (hoe men het verder ook precies waardeert) niet alleen versteende geschiedenis is maar ook levende werkelijkheid anno 2013.