Vandaag is prof.dr. Mahmoud Azab, de adviseur voor dialoog van de groot-imam van Al Azhar, op bezoek op ons seminarie. Hij is uitgenodigd om over daawa (“uitnodiging,” de islamitische variant van zending) te spreken, maar geeft tegelijk ook een meer algemeen beeld van wat de ware islam inhoudt, waarbij hij zijn Arabisch regelmatig opsiert met Franse uitdrukkingen.
Terloops merkt hij op dat Egypte sinds de komst van de islam niet is geplaagd door godsdienstoorlogen zoals Europa sinds de middeleeuwen, maar ook: net als dat hij christenen nu de kruistochten niet aanrekent, moeten christenen de gewone moslim niet het geweld van extremisten aanrekenen.
Bij een vraag over de verhouding met het Vaticaan wekt hij even de indruk dat “paus van Rome” en “groot-imam van Al-Azhar” vergelijkbare functies zijn, maar noteert hij meteen ook een verschil: terwijl het woord van de paus als onfeilbaar geldt, geldt dit voor het woord van de groot-imam niet.
Onze studenten zeggen tegen mij blij te zijn met het verhaal van prof.dr. Mahmoud Azab: als alle moslims voor deze beschaafde vorm van islam zouden staan, zou het samenleven van moslims en christenen in Egypte geen probleem hoeven te zijn. Het punt is volgens één van de studenten alleen dat de werkelijkheid wat weerbastiger is.