Op het Tahrirplein

In het kader van mijn reïntegratie in Egypte heb ik gisteren met diverse collega’s en enkele studenten gesproken (de anderen komen de komende dagen naar Caïro om maandag gezamenlijk naar Bayt es-Salaam bij Alexandrië aan zee te gaan voor de openingsconferentie van het nieuwe academisch jaar) en guavasap gedronken bij de Marwa (het is nu het sinaasappelloze seizoen), broodjes taameya (falafel, gefrituurde kikkererwtballetjes) gegeten als lunch en koshari (van oorsprong een madiwodo, nu een populair pastagerecht met een vaste mix van ingrediënten) als avondmaaltijd.

Wanneer ik de koshari op heb, geef ik het geld en vraagt de verkoper: “Willem, wat vind jij nou van die film?” Ik bezoek zijn zaak niet wekelijks, maar we groeten elkaar ook als ik er gewoon langsloop, en het zou vervelend zijn als de film nu opeens tussen hem als rechtgeaarde moslim en mij als christelijke westerling instond. Ik kan hem echter gemakkelijk geruststellen: “Ik sta niet achter de film en begrijp dat mensen er boos over zijn; alleen vind ik het niet goed dat men ambassades is binnengedrongen en onschuldige mensen heeft gedood.” Afgaand op de Amerikanen die ik ken meen ik er ook aan toe te mogen voegen: “De gemiddelde Amerikaanse christen moet ook niets van deze film hebben.” De verkoper voegt eraan toe: “Zo spotten met profeten is fout, niet alleen als het onze profeet betreft, maar ook als het om profeten van andere godsdiensten zou gaan.” In Nederland zou je bij zo’n gesprek misschien nog een diepgaander discussie willen over de verhouding tussen een verbod op grievende godslastering en het recht op vrijheid van meningsuiting, maar in Egypte voelt het zo meestal voldoende, en dus pak ik het wisselgeld aan en vertrek.

IMG_0080

Vanmiddag zet ik mijn reïntegratietraject voort met een metrorit naar het Tahrirplein. Wanneer ik via de trap omhoog de buitenlucht bereik, kijk ik voorzichtig rond of ik vanwege drommende demonstranten of traangas meteen rechtsomkeer moet maken, maar bij eerste aanblik lijkt de sfeer die van een zonnige demonstratiebraderie waar mensen—maar niet eens al te veel—hun vrije vrijdag doorbrengen. Een straathandelaar probeert mij een mondmaskertje te verkopen voor het geval er weer traangas zou worden gebruikt zoals eerder bij de Amerikaanse ambassade niet al te ver bij het plein vandaan (de grote protestantse kerk Kasr el-Dubara die er nog dichter bij staat heeft uit voorzorg alle bijeenkomsten van gisteren en vandaag geschrapt), maar omdat ik verder ook maar weinig mensen met maskertjes zie besluit ik mijn geld te besteden aan een cactusvijg—een frisse stekeltjesvrucht die je zelf niet in je handen moet nemen maar die door de verkoper vakkundig voor je wordt geschild en dan zo in je mond kan.

IMG_0082

De boodschap van Tahrir vandaag is hondervoud te lezen op vlaggen: “Er is geen god dan Allah en Mohammed is de profeet van Allah.”

IMG_0083

Even meen ik dat ik hier de enige christen ben, maar dan zie ik een man met een kruis en een bord dat onder meer zegt: “Ik ben een Egyptische christen en heb lief en respecteer het leven van de gezant van God, Mohammed …” Zou deze filmkwestie het voor christenen moeilijker maken om ook eerlijk uit te spreken op welke punten zij oprecht moeite hebben met de profeet van de moslims, vraag ik me voorzichtig af.

IMG_0084

De christen staat zij aan zij met twee mannen die een Engelse tekst voor de borst houden: “Lees voordat je de profeet Mohammed beledigt eerst over hem om zijn genade te kennen.”

IMG_0087

Omdat ik de sfeer toch net niet relaxed vind en mijn ogen wat beginnen te prikkelen—zonder dat er iets concreets aan de hand is waarvoor ik de benen zou nemen—, besluit ik het hamburgerrestaurant op het hoekje binnen te gaan, waar ik het plein vanachter het raam hoop gade te kunnen slaan. Helaas heb ik buiten de waard gerekend en zijn de valluiken vandaag uit voorzorg dichtgedaan. Binnen kan ik natuurlijk wel rondkijken en zie ik aan het tafeltje achter mij twee mannen met een typisch salafistenuiterlijk: lange baard en witte galabeya (“soepjurk”). Ondanks de grote verschillen in overtuiging die er ongetwijfeld tussen ons bestaan, eten we toch gewoon hetzelfde eten (een Egyptische variant van een Amerikaans recept).

IMG_0088

Weer buiten zie ik dat de vlaggen-, shirtjes-, en petjeskraam naast Al Ahly-voetbalvlaggen en Egyptische revolutievlaggen nu ook zwarte “Er is geen god dan Allah”-vlaggen heeft en de verkoper wil mij een wit petje met gelijkluidende tekst aansmeren: “Het is goed tegen de zon en kost slechts tien pond.” De prijs is redelijk en de zon schijnt fel, maar ik bedank toch vriendelijk. Tussen “respect hebben voor moslims” en “zelf een islampetje dragen” loopt voor mijn gevoel toch een rubicon. En eerlijk gezegd vraag ik me af wat moslims zelf van deze straathandel vinden: mag je een godsdienstige gevoeligheid zo commercieel uitbuiten? En wat doe je met een t-shirt met zo’n tekst als het straks is afgedragen? Maar goed, dat is verder niet mijn zaak.

IMG_0094

Een andere verkoper vraag ik waarom sommige vlaggen zwart en andere groen zijn, maar hij kan me niet meer vertellen dan dat beide kleuren naar de profeet verwijzen. Inmiddels heb ik het wel gezien. Binnen de demonstratiecultuur van de afgelopen anderhalf jaar is dit toch maar een vrij tam gebeuren en misschien is het overgrote deel van de Egyptenaren thuisgebleven om juist dat te bereiken: dat er geen stereotype foto’s de wereld over kunnen gaan waarin moslims worden afgebeeld als een woedende mensenmassa, alsof dat is waar de islam voor zou staan. Ook al zal men het filmpje niet wegrelativeren als een flauw plaatstootje, voor veel Egyptenaren komt toch een moment dat ze tegen elkaar zeggen: Kibbir mochchak—“maak je brein wat groter,” “sta een beetje boven de kwestie.”

Maak een website of blog op WordPress.com