Deze week wordt in Amsterdam de internationale conferentie van de Society of Biblical Literature gehouden waar bijna zevenhonderd papers worden gepresenteerd door Bijbelwetenschappers en specialisten in verwante vakgebieden.
Dinsdagmiddag wordt een speciale sessie gehouden in het Bijbels Museum aan de Herengracht om aandacht te vragen voor het nieuwe standaardwerk Encyclopedia of the Bible and Its Reception (EBR), dat zo’n dertig delen zal omvatten waarvan de eerste vier reeds verschenen zijn. Tijdens deze sessie zijn er drie lezingen van elk twintig minuten, gevolgd door twee reacties van elk vijftien minuten en een discussie van dertig minuten. Vooraf kan men gratis koffie of thee uit een automaat halen en na de sessie is er een high tea in de museumtuin (waarbij iemand een Festschrift wordt aangeboden) en een mogelijkheid het museum zelf te bekijken.
Yvonne Sherwood van de University of Glasgow bespreekt kort hoe de behandeling van Bijbel en religie in encyclopedieën heeft plaatsgevonden. In een oude encyclopedie werd bijvoorbeeld geen plaats ingeruimd voor individuele Bijbelse personen. Sherwood vraagt zich af of er in de EBR bijvoorbeeld een artikel moet zijn over het gebruik van de Bijbel in oorlog. Receptie in EBR lijkt vooral op te worden gevat als receptie in kunst en literatuur. Maar er is bijvoorbeeld ook politieke receptie. En wordt bij religieuze receptie alleen aan mainstream vormen van godsdienst besteed of ook aan meer extreme? Waar wil de EBR zich in dezen positioneren?
Adele Reinhartz van de University of Ottowa heeft twee delen van de EBR bestudeerd en op grond daarvan enkele opmerkingen, na de waarde van het werk te hebben geprezen:
-
Als gedrukt werk zal deze encyclopedie in veel opzichten al achterhaald zijn voordat het laatste deel is verschenen: het vakgebied van de Bijbelse receptie is volop in ontwikkeling, en er zijn natuurlijk steeds nieuwe uitingen van receptie van de Bijbel, bijvoorbeeld nieuwe films over Bijbelse personen of thema’s.
-
Hoewel het drukwerk prettig oogt en de uitgave zelfs kleurenafbeeldingen bevat, is het soms lastig om gezochte informatie snel te vinden: vaak moet men een groot deel van een artikel doorwerken voordat men de plaats vindt over de verwerking van het onderwerp in kwestie in films.
-
Genoemde problemen zouden kunnen worden opgelost als het werk als een goede website verscheen die steeds werd bijgehouden, maar de website is, in tegenstelling tot het drukwerk, van beroerde kwaliteit.
Reinhartz besteedt speciaal aandacht aan het artikel over films waarin bijbels een rol spelen, bijvoorbeeld als schuilplaats, als ontbrekend boek, als talisman, etc. De bijbel is zo niet een boek om goddelijke openbaring te communiceren, maar heeft fysieke kracht in zichzelf. Sommige belangrijke films worden echter gemist in de bespreking in de artikelen van de EBR. In veel artikelen zou veel meer aandacht kunnen zijn voor films, bijvoorbeeld in de artikelen Atonement (verzoening) en Burning Bush (brandende braambos).
Een advies aan de EBR is dat iemand goed toeziet welke nieuwe media zich ontwikkelen en hoe de Bijbel daarin wordt gebruikt, zodat de artikelen in EBR ook aandacht kunnen besteden aan dit soort media.
Judith Newman van de University of Toronto, de derde spreekster, hoopt dat de EBR nieuw zicht geeft op de omvang van het vakgebied van de Bijbelwetenschappen. Tijdens conferenties van de Society of Biblical Literature volgen veel wetenschappers slechts sessies in één of enkele subdisciplines en het is goed dat er een werk is waarin het gehele veld in kaart wordt gebracht. Een suggestie is dat de elektronische versie waar relevant ook korte muziekfragmenten en videoclips gaat bevatten.
Barry Dov Walfish van de University of Toronto en Eric Ziolkowski van Lafayette College zijn beide redacteur van de EBR en geven een reactie op de drie spreeksters. Genoemd wordt dat de encyclopedie vijf brede domeinen bestrijkt: Hebreeuwse Bijbel/Oude Testament, Nieuwe Testament, de Bijbel in het jodendom, de Bijbel in het christendom en algemene receptiegeschiedenis van de Bijbel. Hoewel enkele encyclopedieën op het gebied van theologie en religiewetenschap in hun geheel in één keer zijn verschenen, komen de meeste encyclopedieën over een lange periode uit: het voordeel hiervan is onder andere dat de redactie ontwikkelingen en reacties op eerste delen mee kunnen nemen—de redacteuren zijn dan ook blij met de opmerkingen van de sprekers.
Vanuit het publiek wordt de zorg geuit dat de kennis in de EBR vanwege de hoge prijs niet toegankelijk zal zijn in kleine instituten en landen met lage inkomens. Ik tref het naast een medewerker van Walter de Gruyter, de uitgever, in de zaal te zitten en kan het punt na afloop van de bijeenkomst daarom nog eens onderstrepen: voor ons seminarie in Egypte is het eenvoudigweg buiten beeld om dit werk voor de bibliotheek aan te schaffen. Het zou fantastisch zijn als de uitgever het werk op dezelfde wijze ter beschikking wil stellen als het International Cooperation Initiative van de Society of Biblical Literature doet met tal van andere boeken: een gratis digitale versie op een website die alleen toegankelijk is vanuit landen met lage inkomens. Een directe toezegging komt er natuurlijk niet, maar de kwestie zal intern bij Walter de Gruyter worden besproken—het is begrijpelijkerwijs even zoeken hoe wensen vanuit het vakgebied en commerciële belangen van de uitgever zich tot elkaar verhouden, maar hopelijk wordt een win-win-situatie gevonden waarbij de uitgever zijn geld verdient en kennis daadwerkelijk breed beschikbaar wordt.