De moskee
Ongeveer een kilometer ten noorden van de noordmuur van historisch Caïro en twee kilometer ten westen van ons seminarie bevindt zich het Zahirplein, dat wordt gedomineerd door de grote vierkante Moskee van Sultan Baybars I uit 1269.
Menigmaal heb ik mij verwonderd waarom zo’n grote moskee buiten de stadsmuur werd gebouwd, maar Caroline Williams, Islamic Monuments in Cairo: The Practical Guide, 6e druk (Caïro: American University in Cairo Press, 2008), 250 geeft een antwoord: in dit gebied woonden in de dertiende en veertiende eeuw vluchtelingen uit Irak en Syrië, ontheemd door de Mongoolse verwoestingen aldaar.
Rampen en ongelukken eind veertiende eeuw brachten de wijk echter in verval en pas bij de negentiende-eeuwse stadsuitbreiding werd ze opnieuw opgebouwd. De moskee zelf is ondertussen talrijke malen van functie gewisseld: onder Napoleon was het een fort, vervolgens werd het een zeepfabriek en daarna een bakkerij. Onder de Britten was het een legervoorraadplaats en een slachthuis en onder koning Fouad was het grote middenveld een openbare tuin. Tegenwoordig is daar een soort geïmproviseerde openluchtmoskee (fotograferen verboden), terwijl het gebouw als geheel in een jarenlang proces van renovatie is.
De omgeving van het Zahirplein (sultan Baybars I, groot strijder tegen kruisvaarders en mongolen, heette voluit al-Zahir Baybars al-Bunduqdari) herinnert echter niet alleen aan een islamitische glorietijd, maar evenzeer aan het Egypte van een eeuw geleden waarin de drie hemelse religies (de islamitische aanduiding voor jodendom, christendom en islam; door westerlingen soms de Abrahamitische godsdiensten genoemd) relatief vreedzaam samenleefden.
De synagoge
De stadsplattegrond van Freytag & Berndt, hoewel niet geheel volledig één van de beste om religieuze gebouwen in Caïro op het spoort te komen, toont zowel twee straten ten oosten van het plein als een straat ten noorden ervan een synagoge.
De politieagent die laatstgenoemde synagoge bewaakt, wil weten waarom ik hem op de foto zet en is tevreden als ik zeg dat ik hem aan mijn Nederlandse vrienden en bekenden wil laten zien. Op mijn vraag of ik de synagoge ook van binnen kan zien, start hij overleg met een man die in het synagogecomplex woont: deze vertelt dat er wel vaker een lange buitenlander langskomt met een groep bezoekers, maar hij heeft zelf niet het recht mij zomaar binnen te laten. Na wat bellen overhandigt hij mij zijn telefoon en legt iemand me vriendelijk uit dat ik een bezichtingsvergunning moet aanvragen bij de Shar Hashamaim-synagoge in de ‘Adly-straat in de binnenstad. Omdat het deze dag reeds tegen de avond loopt, moet ik dit tot een moment in de toekomst uitstellen. Als ik het goed begrijp, komen er in de synagoge waar ik voor sta op zaterdag nog steeds mensen samen.
De Grieks-orthodoxe kerk
Direct ten oosten van het Zahirplein staat de Griekse orthodoxe Sint-Catharina-kerk. Deze kerk behoort bij het wereldberoemde Sint-Catherina-klooster op de Sinaï. In de kerk wordt slechts ééns in de tweede weken de liturgie gevierd; de andere week geschiedt het op een andere locatie in de stad—het aantal Grieks orthodoxen is klein in Caïro. Op het moment van bezoek is de kerk gesloten, maar de agent wil de man die in het kerkgebouw—tevens klooster met momenteel drie monniken—werkt wel roepen voor een rondleiding mits ik beloof de rondleider een flinke fooi te geven.
De toegangspoort van de kerk brengt de bezoeker eerst in een tuin, van waaruit zelfs de omringende hoogbouw een vriendelijke aanblik krijgt.
Achterin de tuin staat het kerkkloostercomplex zelf.
De voorhal van het complex is links en rechts versierd met reproducties van schilderingen in het Sint-Catharina-klooster en ook het plafond is een aanblik waard.
Langs een kleine binnentuin komt men in de kerk zelf.
Inmiddels heeft mijn begeleider er een monnik bijgehaald die mij in eenvoudig Engels het verhaal van Sint Catharina vertelt: “In de tijd dat de Romeinse keizers nog heersten was Catharina een jongevrouw die zich alle wetenschappelijke kennis van haar dagen eigen had gemaakt en een man verlangde te trouwen van gelijk ontwikkelingsniveau. Velen die naar haar hand dongen moest ze derhalve teleurgesteld afslaan. Op een dag bezocht de Maagd Maria met haar Kind haar en Maria was enthousiast over Catharina, maar het Kind wendde het hoofd af. Maria vroeg wat er aan scheelde. ‘Zij is niet gedoopt,’ antwoordde het Kind. Daarop liet Catharina zich dopen en vervolgens verscheeen Maria opnieuw met het Kind, dat nu niet het hoofd afwendde, en zo werd Catharina de bruid van Christus. Toen de keizer de christenen vervolgde, werden tweehonderd wijze mannen naar Catharina gestuurd om haar ervan te overtuigen het christelijk geloof af te zweren, maar in plaats daarvan overtuigde zij hen christen te worden. Nadat zij ter dood was gebracht [in 305] werd haar lichaam door engelen overgebracht naar de hoogste top van de Sinaï [de Mozesberg of Horeb aan de voet waarvan het Sint-Catharina-klooster staat].”
Het oude joodse gebouw
Eén straat ten zuidwesten van het Zahirplein staat volgens de kaart nog een kerk, maar wanneer ik op de aangegeven plaats ben aangekomen blijkt het om een vervallen joods gebouw te gaan.
Een vriendelijke bewaker vertelt mij dat de kerk een straat verderop [in zuidwestelijke richting] staat. Daar aangekomen wordt mij meteen vol trots vertelt dat er zelfs twee kerken staan en dit gegeven wordt later door verschillende personen nog eens herhaald, zonder spoor van verdriet over de verdeeldheid van het lichaam van Christus, maar ook zonder spoor van kritiek op de ander. De ene kerk is orthodox—wat in Egypte zonder nadere toevoeging koptisch-orthodox betekent—; de andere is katholiek.
De Koptisch-orthodoxe kerk
De orthodoxe kerk hangt vol iconen die door mensen worden gekust en er zijn relikwiënkistjes waar mensen de hand opleggen of de mond op drukken.
Midden voor hangt een gordijn met een afbeelding van Sint Joris en de draak.
Hoewel hier waarschijnlijk al een eeuw elke zondagmorgen de liturgie wordt gevierd, oogt het gebouw niet vervallen. Alles ziet er goed uit en de airconditioning en de beeldschermen op de pilaren en de projectieschermen die men over de iconostase kan laten zakken doen vermoeden dat de kerk de afgelopen jaren grondig onderhoud heeft genoten. Koptische orthodoxie is geen versteende goede oude tijd, maar levende werkelijkheid.
De gereformeerde soberheid
Wanneer ik op zondagavond het kerkplein oploop, zie ik een verkoopkraampje en een infostand en een winkeltje dat stichtelijke boeken en religieuze voorwerpen verkoopt. De kerk zelf zit al goed vol en in de gangpaden worden stoelen gezet om ieder een plaats te bieden. Het protestantse vermoeden dat het in de orthodoxe kerken alleen om beelden en rituelen en heiligenlegenden draait, wordt deze avond volledig weersproken: de priester houdt een preek van zeker drie kwartier. Ik hoor Noach en de zondvloed, en het Hooglied, en de Samaritaanse vrouw, en de vernedering en verhoging van Christus in Filippenzen 2 langskomen, maar de kerntekst is Jacobus 5:8: “Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.” De oude priester spreekt met een tijdloze eenvoud, maar maakt toch een toespeling op de actualiteit: “De ene dag ontkracht Mursi het woord van de rechtbank, de andere dag ontkracht de rechtbank wellicht het woord van de president, maar Gods Woord staat ver boven dit alles vast.” Na de preek volgen een kort gebed, een gezamenlijk Onze Vader en de zegen en dan gaat ieder—na soms nog snel een icoon te hebben gekust—zijns of haars weegs.
Ingenieur George, meer dan tweemaal mijn leeftijd en altijd woonachtig geweest rond het Zahirplein, ziet het als zijn taak de toevallige bezoeker even aan te spreken, iets over de kerk te vertellen, hem niet kwalijk te nemen dat hij ingili (protestant) is, hem iets te drinken aan te bieden in het winkeltje tegenover de kerk en zich ervan te vergewissen dat hij de weg terugvindt naar huis.