Enkele kilometers ten oosten van het Tahrirplein en ten zuidwesten van ons seminarie ligt historisch Caïro (ook “islamitisch” of “middeleeuws” Caïro genoemd, mede ter onderscheiding van “koptisch” of “oud” Caïro, dat enkele kilometers ten zuiden van het Tahrirplein ligt en vroeger Babylon heette). Deze stad werd eind tiende eeuw gesticht, staat inmiddels vol van monumenten en is zowel een levendige volkswijk als een centrum van souvenirshandel. De meeste reisgidsen besteden slechts aandacht aan de hoofdzaken, maar voor wie meer wil zien heeft de Society for the Preservation of the Architectural Resources of Egypt (SPARE) een serie wandelkaarten uitgebracht, waar ik graag gebruik van maken.
William Lyster and S. Johnson, Spare Map One [Guide Map Medieval Cairo 1]: Islamic Cairo al-Azhar to the North Wall (z.p.: Palm Press, 2000-2007) wijst onder andere de weg naar het Musafir Khanah Palace (bouwjaar 1779) en geeft daarvan de volgende beschrijving:
The Musafir Khanah Palace, a rambling and elaborate 18th-century house, was used in the 19th century by the royal family; the Khedive Ismail was born here in 1830. Note the two wind catchers that supply cool air. It is now used as an atelier for Egyptian artists, whose studios may be visited by the public.
Hoewel het paleis niet direct aan de hoofdroute gelegen is, doet deze omschrijving vermoeden dat een ommetje van een paar honderd meter de moeite waard is. Wanneer men eenmaal aangekomen is, is het eerste wat opvalt een scooter die misschien als monument en misschien als modern kunstwerk gedacht is.
Het probleem van veel klassieke zuilen is dat het versierde kapiteel zich zo ver boven de vloer bevindt dat men een stijve nek krijgt van het omhoog kijken. In dit paleis is dat probleem opgelost door de zuil op de grond te leggen.
Hoewel het paleis op het eerste gezicht een wat verlaten indruk wekt, blijkt het een woonplaats van dieren te zijn, zowel dode als levende.
Wat betreft de levende dieren ziet men vier, vijf honden, die wel vervaarlijk blaffen maar niet fatsoenlijk op de gevoelige plaat willen, en enkele ratten die te vlug zijn om ook maar een fotopoging te wagen. Het hoogste muurdeel dat de kop van een beest symboliseert laat zich in de namiddagzon wel afbeelden.
Wanneer men langzaam de vervallen trap beklimt en de overtuiging voelt groeien dat dit in het geheel geen kunstenaarsbroeinest is, wordt opeens verrast door een moderne muurschildering.
En, het zij gezegd, enkele authentieke details zijn werkelijk nog in tact, maar daarvoor moet men dan wel recht omhoog kijken.
Sporen van verval geven het paleis echter evenzeer een eigen charme.
Wie zich ondertussen van mensen verstoken voelt, haalt opgelucht adem bij het zicht op het belendende pand: daar hangt de was buiten, daar wordt gewoon gewoond.