Kopten komen voor laatste zegen van paus

De zon schijnt en ik besluit een wandelingetje te maken. Onwillekeurig kom ik in de buurt van de koptisch-orthodoxe kathedraal, ruim een kilometer bij ons seminarie vandaan, waar zich een enorme mensenmenigte heeft verzameld. Wanneer ik mij even tussen de mensenmassa beweeg, denk ik: “Zelfs bij revolutievieringen op het Tahrirplein heb ik niet zo’n dicht opeengepakte mensenmassa meegemaakt.” Maar dit blijkt nog maar het begin te zijn. Mensen moeten een dubbele poort door om op het terrein van de kathedraal te komen. Bij de tweede poort gaan de deuren telkens even op een kier en dan weer dicht, om te voorkomen dat het binnen overvol raakt, maar de massa gebruikt al haar kracht om zoveel mogelijk mensen door de kier te persen en te voorkomen dat de deur net voor jouw neus weer sluit. De padvinders en andere jongelui die de poort bedienen zijn echter ook niet voor een kleintje vervaard, trotseren het feit dat hun de huid wordt volgescholden en drukken de deur toch weer dicht. Het mag een wonder heten als het hier deze dagen niet een keer helemaal fout gaat. Ondertussen houden mensen de moed erin door te scanderen: “Zeg niet dat paus Shenouda stierf; zeg dat hij een hemelplaats verwierf” (letterlijk: “Waag het niet te zeggen dat de baba doodging; baba Shenouda is in de hemelen”).

18032012144

Wie eenmaal op het kathedraalterrein is, moet overigens nog uren wachten voordat hij of zij de kerk zelf binnen kan gaan om het lichaam van de paus te zien. Een simpel rekensommetje doet mij vrezen dat zelfs niet eens ieder een kans zal krijgen. Als elke persoon één seconde voor de paus stil mag staan, kunnen er in een uur 3.600 mensen passeren en in de zestig uur van zaterdagavond tot dinsdagmorgen zo’n 200.000 mensen. Maar ik vermoed dat er meer mensen zijn die langs het lichaam willen lopen. Deze dagen is wel duidelijk dat nog lang niet alle kopten naar het buitenland zijn geëmigreerd en ongetwijfeld vliegen wèl-geëmigreerden er ook speciaal voor terug naar Egypte.

De westerse media zeggen dat de kopten bij de kathedraal zijn om de paus de laatste eer te bewijzen. Zelf hoor ik hier echter iets anders: ze zijn hier om een laatste zegen van de paus te ontvangen. Hoewel zijn ziel vanwege zijn heiligheid niet naar het vagevuur maar meteen naar de hemel gaat, zorgt diezelfde heiligheid ervoor dat een mens baraka (zegen) ontvangt wanneer hij of zij langs het lichaam van de overledene loopt.

Vooral vanwege de enorme drukte, maar ook vanwege de barakagedachte die ik moeilijk meemaak, besluit ik geen poging te wagen de kathedraal zelf binnen te gaan maar de nu eens bekvechtende, dan weer schreeuwende, dan liturgische liederen zingende en dan weer het Onze Vader biddende menigte achter me te laten en huiswaarts te keren. Het is ten slotte ook niet mijn paus die is overleden. Of mag ik dat zo niet zeggen? Eén van onze studenten is op zondagavond in een protestantse kerk waar de voorganger expliciet zegt dat we niet moeten treuren als degenen die geen hoop hebben nu onze baba is overleden en dat we troost moeten putten uit 1 Thess. 4. De student is zelf niet blij met deze gang van zaken: natuurlijk is het gepast de orthodoxe kopten te condoleren vanwege het overlijden van hun paus en natuurlijk mag men hopen dat hij in de hemel is en natuurlijk mag men zijn betekenis erkennen voor de gehele christenheid in Egypte en het Midden-Oosten, maar het gaat te ver als wij als protestanten zouden treuren alsof onze eigen paus is overleden. Enige afstand bewaren getuigt ook van respect.

Maak een website of blog op WordPress.com