Vanavond ontmoet ik een gepromoveerde koptisch-orthodoxe theoloog. Terwijl we op de thee wachten, zet hij een Otrivindoosje op tafel en zegt: “Hier zit hemelse olie in.” Even meen ik dat hij mij met gevoel voor overdrijving wil vertellen wat ik zelf al weet: dat een verstopte neus je een akelig gevoel kan geven en dat Otrivin dan soms een wondermiddel is. Even later blijkt echter dat hij bloedserieus is: in het doosje zit een klein flesje met olie en een druppel bloed en deze olie komt echt uit de hemel. Wanneer de thee is gearriveerd, vertelt hij het verhaal:
Een moeder heeft een dochter met een ernstige vorm van kanker en trekt het land door op zoek naar een dokter of iemand die het meisje op gebed zou kunnen genezen. Zo komt ze ook in het Makariosklooster waar ze bidt bij het lichaam van de heilige Makarios. Wanneer het klooster ’s middags gaat sluiten en haar reisgenoten op het punt staan te vertrekken, zegt ze: “Gaan jullie maar, ik blijf hier.” Een priester komt erbij en zegt: “Gaat u nu toch. U kunt als vrouw hier helaas niet overnachten.” “Maar ik zag daar een non,” verweert ze zich. “Die is ook slechts op bezoek en gaat nu weg,” antwoordt de priester. “Ik kan niet gaan,” roept ze ten slotte, “misschien zou ik hem los kunnen laten, maar sint Makarios houdt mij vast en laat me niet gaan.”
De ervaring vastgehouden te worden is niet specifiek koptisch-orthodox, maar is in het geval van de heilige Makarios een verhaal op zich. Zijn stoffelijk overschot bestaat niet slechts uit enkele beenderen maar uit een lichaam dat nog intact is. Kwam men in het verleden bij zijn doodkist bidden, dan stak hij naar goede mensen zijn hand uit maar naar kwade mensen niet. In de negentiende eeuw kwam de koptisch-orthodoxe paus met de zoon van de moslimleider Mohammed Ali bij de kist en de heilige schudde de paus meteen een hand maar de zoon van Mohammed Ali niet. De paus smeekte Makarios om deze zoon niet te beledigen en hem ook de hand te schudden, maar de sint weigerde beslist. Daarop zei de paus: “Omdat je dit geweigerd hebt, laat ik je kist zo afsluiten dat je nooit meer iemand de hand kunt schudden.” Vandaar dat de kist tot op de dag van vandaag een handvormige uitstulping heeft op de plaats waar vroeger de opening voor de hand was.
De ervaring van vastgehouden worden door de heilige Makarios is echter gebleven en zodoende moet de moeder letterlijk weggesleurd worden voordat ze in staat is het klooster te verlaten. Haar dochtertje sterft kort daarop en zij zelf krijgt een beroerte en is niet langer in staat te lopen of te spreken. Op een nacht echter bezoekt haar dochter haar en neemt haar mee naar de hemel. “U moet niet treuren over mij,” zegt het meisje, “ik ben nu veel gelukkiger. Ik woon hier te midden van de heiligen.” Nadat ze onder andere de maagd Maria hebben bezocht, keert de vrouw terug naar de aarde en ligt weer op haar bed. In haar hand bevindt zich echter een flesje met olie en haar hele hand is vol met olie. Wanneer haar oude moeder, de oma van het overleden meisje, op bezoek komt, helpt deze de olie op te vangen in andere flesjes. De vrouw kan nu ook weer een beetje praten en vertelt haar verhaal. Langzaam maar zeker geneest ze. Haar dochter neemt haar ook nog verschillende keren mee naar de hemel.
De dokter van de vrouw is vanzelfsprekend zeer verbaasd over de genezing van de vrouw en wil graag het olieflesje zien. De rode vlek in de olie was de vrouw zelf ook al opgevallen maar ze dacht dat het van een specerij kwam. De dokter onderzoekt het echter en komt tot de conclusie dat het bloed is. De vrouw leeft nog en is een goede bekende van mijn gesprekspartner en ik zie het flesje met olie en bloed voor mij op tafel staan. Hij gebruikt het om mensen met een druppeltje ervan te zalven en menigmaal is de genezende kracht ervan reeds bewezen.
De thee is op. We nemen afscheid van elkaar en ieder gaat zijns weegs. Lopend door het duister van de nacht besef ik dat deze gepromoveerde koptisch-orthodoxe theoloog mij bij de hand heeft genomen naar een andere wereld door, zonder acht te slaan op de vraagtekens in mijn ogen, domweg te vertellen wat daar te zien is.