Het Midden-Oosten is voor menig westerling een vreemde, angstaanjagende en ontoegankelijke wereld, niet in de laatste plaats vanwege de taal: de kriebeltekens, de klanken, de woorden, je maakt er helemaal niets van. Zo zijn de taliban alleen al eng vanwege hun exotische naam.
Toch is er met die naam zelf niets mis. In het Midden-Oosten is talib een heel gewoon woord voor leerling of student. In Egypte wordt als meervoud gewoonlijk talaba gebruikt. De talaba die ik hier dagelijks tegenkom zijn jongemannen die studeren om predikant te worden en nu hard zitten te blokken op de geschiedenis van de verzoeningsleer omdat ze daar morgen een tentamen over hebben. Deze talaba vrezen misschien voor mijn collega die het tentamen afneemt, maar zijn zelf niet vreeswekkend.
In Afghanistan wordt het meervoud taliban gebruikt. Ik pleit ervoor om de groep die zich met deze naam tooit in het Nederlandse nieuws met “de Leerlingen” aan te duiden. Mocht dat verwarrend zijn en de suggestie wekken dat de Taliban niet meer is dan een groep ordeverstorende pubers op school, dan zou men ter onderscheid ook het archaïsche woord “Leerjongeren” kunnen overwegen.
De Poldertaliban zouden dan kunnen worden omgedoopt tot de (Polder-)Leerjongeren: voor outsiders het ultieme bewijs van oudbolligheid, voor insiders een erenaam.