Voor de verandering

“Je bent veranderd,” zegt een student tegen me. “Ja,” antwoord ik, “maar ik niet alleen. Heel Egypte is veranderd.”

Driemaal per jaar schrijf ik een nieuwsbrief. Het decembernummer van afgelopen jaar begon ik met het kopje “donkere wolken” en eindigde ik met mijn plan voor bezoeken aan studenten in de provincie Asyut rond de jaarwisseling. Die reis heb ik volgens plan gemaakt, maar halverwege is de bom gebarsten, en wel in een kerk in Alexandrië waarbij meer dan twintig doden vielen. Toen ik vier januari terug was in Cairo, dacht ik: de komende maanden hoeft er niets bijzonders te gebeuren, want over deze reis alleen kan ik al een nieuwsbrief vol schrijven.

Maar er ging wel iets gebeuren: de revolutie kwam. 25 januari begonnen de demonstraties. De hele wereld volgde de ontwikkelingen op Midan it-Tahrir. 11 februari trad president Mubarak af. Sindsdien is er een nieuw Egypte ontstaan, vol blijde hoop en bange vrees. Inmiddels loopt het gewone leven weer door (ik geef weer college, begeleid weer scripties, etc.), maar wel in een nieuw tijdperk.

Op de dag van het vertrek van de president vroeg een journalist me of de situatie voor christenen in Egypte nu beter of slechter zal worden. Ik antwoordde dat ik het niet wist, en ik weet het nog steeds niet. Wel zie ik dat christenen nu meer nadenken over politieke vragen en actiever in de samenleving willen staan.

Voor mijzelf voelen de afgelopen maanden als een tijd van volwassen worden. De onschuld van het kinderspel is ervan af. ‘Mijn’ Egypte bestond toch vooral uit het overzichtelijke seminariewereldje en de aan vroeger doen denkende dorpjes in Opper-Egypte. Maar nu is wat er verder speelt in de maatschappij veel dichter bij mijn bed gekomen en word ik soms letterlijk met mijn neus op de feiten gedrukt.

Pas nog stonden aan twee kanten van een weg demonstranten: de ene groep was tegen gevangenneming en berechting van Mubarak, de andere voor. Volgens de taxichauffeur zouden de groepen graag met elkaar op de vuist gaan, maar dat was onmogelijk: het leger had in de middenberm grote rollen ijzerdraad geplaatst. Twee straten verderop was het publiek gewoon vrolijk aan het winkelen.

Studenten, taxichauffeurs en mensen op straat vragen mij regelmatig wat ik nu zelf van al de veranderingen vindt. Mijn standaardantwoord is: “Ik hoop dat Egypte er beter van wordt.” Dat kun je oppervlakkig opvatten, maar ook heel diep.

[Deze blog verscheen eerder in De Bijbel open in het land van de Nijl: Nieuwsbrief van Willem-Jan de Wit, nummer 8, april 2011. Zie http://www.gzb.org/index.php?p_Id=60 voor de volledige nieuwsbrief.]

Maak een website of blog op WordPress.com