Een van onze studenten is bitter teleurgesteld dat president Mubarak is opgestapt. Hij woont in een dorp in de provincie Minya, zo’n 250 km ten zuiden van Cairo. Ik had hem de afgelopen weken graag al eens eerder gesproken, maar het mobiele netwerk in zijn dorp is erg slecht, zodat ik steeds geen verbinding kreeg. Mailen had ook geen zin, want hij heeft geen internet, evenals de meeste van zijn dorpsgenoten. Maar net een uur geleden heb ik hem dan toch aan de lijn gekregen.
Ik vraag hem of er bij hem in de buurt ook demonstraties zijn geweest. “Ja, in de stad Minya,” antwoordt hij, “maar ik ben daar natuurlijk niet naar toegeweest. Wij waren bang en moesten op onze bezittingen passen.” Ik vraag hem via welk televisiekanaal hij het nieuws heeft gevolgd. Dat blijkt Nile News te zijn, de staatstelevisie. “Heb je dan niet ook naar Al Jazeera gekeken?” vraag ik. “Nee,” antwoordt hij, “wij houden niet van Al Jazeera; zij zenden altijd slechte berichten uit over Egypte.” Ik waag het niet te vragen of hij Al Jazeera wel had kunnen kijken: daar heb je een satelietschotel voor nodig en dat is in Egypte tegenwoordig een gangbaar product, maar nog niet in elk huis in elk dorp. Ik vertel hem dat president Obama zojuist heeft gezegd dat vandaag de dag van echte democratie is, waarbij de stem van het volk is gehoord. Hij antwoordt gelaten: “De stem van de mensen op Midan Tahrir (‘Bevrijdingsplein’) is gehoord, maar dat is niet de stem van het hele volk. Naar ons hier in het dorp heeft niemand geluisterd.”
Het is begrijpelijk dat de mensen in dit dorp niet zijn gehoord. Daar gaat geen journalist naar toe, laat staan een cameraploeg. De demonstranten van Tahrir zullen ook niet gezegd hebben: “Ga daar eens kijken.” Want wat hebben dorpelingen die slaafs de staatstelevisie volgen nou voor verstand van echte democratie? Als er naar hen werd geluisterd, zou er nooit iets wezenlijks veranderen in Egypte.
Wie het Egypte van de afgelopen dagen versimpelt tot “de dictator met zijn corrupte vriendjes” vs. “de demonstranten voor democratie,” is doof voor de stem van menig eenvoudig Egyptenaar van wie de president had mogen aanblijven tot de verkiezingen in september. De stem van Midan Tahrir is de stem van het volk, zeker, maar niet van heel het volk.