Bericht uit Cairo, vrijdag 11 februari 2011, rond het middaguur

Onderstaande blog verscheen eerder op www.gzb.org

Cairo, vrijdag 11 februari 2011 – Na de demonstraties van vorige week vrijdag (4 februari) is het gewone leven hier langzaam maar zeker weer op gang gekomen. Afgelopen zondagmorgen ben ik naar de kerk hier in de wijk geweest. Enkele ouderlingen kregen de gelegenheid iets te zeggen: de een las een gedeelte over het murmurerende volk in de woestijn, terwijl de ander in de huidige ontwikkelingen de verhoring van een jarenlang gebed om verandering ziet. ’s Avonds was er vanwege de avondklok geen dienst. Deze gaat inmiddels overigens pas om acht uur in, zodat mensen gewoon een volle dag kunnen werken. Bij ons op het seminarie waren het administratief personeel, de secretaresses en de bibliotheekmedewerkers ook weer aanwezig.
Gisteren hielden we een kapeldienst waarin onze vice-rector dr. Magdi Gendi over Jesaja 19 sprak. Daar staat in vers 2: “Ik zal de Egyptenaren tegen de Egyptenaren verwarren, dat zij zullen strijden een iegelijk tegen zijn broeder, en een iegelijk tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk.” Sommige christenen zien dit vers als een directe voorzegging van de huidige situatie in Egypte, maar dr. Magdi pleitte voor meer zorgvuldigheid bij de uitleg van Bijbelse profetieën. Zijn overdenking (feitelijk een minicollege; hij is niet voor niets docent Oude Testament) komt op de website van ons seminarie (www.etsc.org), maar helaas alleen in het Arabisch.
Onze rector dr. Atef M. Gendy sprak over de visie van de protestantse kerken in Egypte op de huidige situatie. Hoewel men het goed vindt als christenen politiek actief zijn, nemen de kerken zelf bewust niet een al te uitgesproken standpunt in voor of tegen de demonstraties. Hij kondigde ook aan dat we de studenten vragen volgend weekend naar Cairo te komen, zodat we maandag 21 februari met de colleges van het voorjaarssemester kunnen beginnen, twee weken later dan oorspronkelijk de bedoeling was.
Gisterenmiddag rond lunchtijd besloot ik een mailtje aan een collega die tijdelijk in Amerika is met de opmerking: “De demonstraties gaan nog door, maar over het algemeen is het leven deze week weer gewoner dan dat het vorige week was.” Daarmee had ik ook dit stukje willen besluiten.
In de loop van de dag gonsde gisteren echter opeens het gerucht dat de president ’s avonds het volk toe zou spreken. Op het Midan Tahrir (“Bevrijdingsplein”) riep iemand rond dat alle eisen van de demonstranten zouden worden ingewilligd. Obama voorspelde dat we ooggetuigen zouden zijn van een wereldhistorische gebeurtenis. Ik besloot daarom bij de televisie in onze gemeenschapsruimte de toespraak van de president af te wachten. De kinderen van mijn Egyptische collega’s kwamen binnenlopen om ook te kijken. Een van hen was jarig. Wat voor voorjaarscadeautje zou de president haar geven? Tegen alle speculaties van de afgelopen uren in vertelde hij dat hij gewoon nog tot de verkiezingen in september aanblijft. Op Midan Tahrir sloeg de sfeer van hoopvol afwachten om in luid geschreeuw van woede. De kinderen van mijn collega’s werden juist heel stil en liepen zonder veel te zeggen weg. Ik bleef alleen achter, met een groot vraagteken in mijn hoofd.
Er zijn zeker Egyptenaren die graag zien dat de president nog een poosje aanblijft: hij is nu bezig enkele goede veranderingen in de grondwet door te voeren en zijn onmiddellijk vertrek zou chaos met zich meebrengen. Maar de Egyptenaren op het plein konden natuurlijk niets met deze speech. Op dit moment vindt het middaggebed plaats, daarna zullen er grote demonstraties zijn. Keert daarna de rust weer of barst straks de bom? Ik weet het werkelijk niet en weet ook niet wat ik moet wensen. Ik hoop en bid slechts dat Egypte er uiteindelijk beter van wordt.

Willem-Jan de Wit

Maak een website of blog op WordPress.com