
Eén van de afbeeldingen bij Psalm 58 in het Stuttgarter Psalter.
“Christus is de grote slangenbezweerder.” Zo’n uitspraak klinkt misschien spottend, maar de bekende Schotse prediker Robert Murray M’Cheyne (1813–1843) bedoelde het serieus toen hij dit zei in een preek over Psalm 58:4–6 (“de goddelozen … zijn als een dove adder … die niet wil luisteren naar de stem van de bezweerder”). Ik hoop er in een later blogbericht op terug te komen, maar haal nu alleen het begin van de betreffende preek aan:
Sommige verklaarders nemen aan dat deze psalm een profetische beschrijving biedt van de onrechtvaardige rechters die onze Heere Jezus Christus hebben veroordeeld. De psalm wijst hen dan eerst terecht voor hun onrechtvaardige oordeel: “Spreekt u werkelijk recht?” (vers 2). Vervolgens ontdekt hij de duistere uithoeken van hun hart en levensgeschiedenis: “De goddelozen zijn vervreemd vanaf de baarmoeder” (vers 4). En tot slot toont hij hun naderend verderf: “De rechtvaardige zal zich verblijden als hij de vergelding ziet; hij zal zijn voeten wassen in het bloed van de goddelozen” (vers 11).
Hoe dit ook zij, ze waren van dezelfde natuur als wij. De Schriftgeleerden en farizeeërs die onze Heere veroordeelden hadden hetzelfde soort hart als wij, zodat we nu uit deze psalm de verschrikkelijke verdorvenheid van het hart van de mens kunnen leren kennen.
Gisterenavond kondigde ik aan dat ik in veertig dagen veertig blogberichten hoop te wijden aan Psalm 58 en de uitleg en het gebruik ervan door de eeuwen heen. Vandaag licht ik, zonder nog volledig te zijn, vier tipjes op van de sluier van het hoe en waarom.
1. Tot zondag 11 december 2016 was Psalm 58 nooit echt tot mij doorgedrongen. Die dag ontplofte echter een bom in een kerk bij ons in de wijk, waarbij 29 doden vielen en vele anderen werden verwond. Nog geschokt door het gebeurde opende ik ’s avonds de Bijbel en viel mijn oog op Psalm 58. Waren deze rauwe woorden geschreven voor een dag als vandaag? Is “God, breek hun tanden in hun mond” een roep om recht op een dag dat onrecht en geweld lijken te zegevieren?
Of, het viel me opeens in, kwam deze psalm juist gevaarlijk dichtbij de denkwijze van de aanslagplegers? Waarschijnlijk vinden zij dat van de hoge heren in Egypte geen recht meer te verwachten is en beschouwen zij de kopten als goddeloze kaffers, terwijl zijzelf willen leven volgens Gods wil. Dan past vers 11 akelig dicht bij het bloedbad dat ze vandaag hebben weten aan te richten: “De rechtvaardige zal zich verblijden als hij de wraak ziet; hij zal zijn voeten wassen in het bloed van de goddeloze.”
Ik besefte dat deze psalm nadere studie verdiende en, gedachtig aan een eerder opstel over de uitleggeschiedenis van Psalm 137:9 (ook zo’n moeilijk vers), vermoedde ik dat het waarschijnlijk het meest vruchtbaar zou zijn om te kijken hoe Psalm 58 door de eeuwen heen is uitgelegd en gebruikt. Twee jaar geleden heb ik daarom al wat studie hiervan gemaakt en mijn eerste resultaten gepresenteerd in een “scholars’ seminar” bij ons op het Evangelical Theological Seminary in Cairo en later ook tijdens de internationale conferentie van de Society of Biblical Literature in Berlijn. Vorig jaar heb ik de psalm ook op college besproken. Maar ik bleef het gevoel houden dat er nog meer over te zeggen en te schrijven valt en daarom besloot ik er dit jaar op terug te komen.
2. Afgelopen maand – de eerste van drie maanden studieverlof hier aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven – heb ik dan ook een groot deel van mijn tijd besteed aan het verzamelen van wat er in de loop der tijd zoal over Psalm 58 is geschreven. Je zou misschien verwachten dat dat bij zo’n onbekende psalm niet zo veel is, maar hoe langer je zoekt, hoe meer je toch tegenkomt. Ik heb zeker nog niet alles gezien en gelezen. Vorige week voelde ik echter dat ik toch een knop om moest gaan zetten van verzamelen en aantekeningen maken naar verder analyseren en daadwerkelijk schrijven. Uiteraard wil ik de kans om deze maanden de excellente theologische bibliotheek van de KU Leuven te raadplegen zo goed mogelijk benutten en maak ik scans van hoofdstukken en artikelen om later nader te bestuderen, maar ik zou het toch jammer vinden als ik eind april alleen maar met een hoop nog onverwerkte literatuur op mijn laptop terugkeerde naar Nederland en van de zomer naar Egypte. Een blogserie van nu tot Pasen kan voor mezelf een goede stok achter de deur zijn om tijdens de rest van mijn studieverlof elke dag daadwerkelijk wat te schrijven. Zo kan wie wil ook meteen al delen in wat vruchten van de studie.
3. Wat betreft de bredere context van het onderzoek waar ik mee bezig ben: binnen de Bijbelwetenschappen was, wat zwart-wit gezegd, in de negentiende en twintigste eeuw de blik vooral gericht op het begrijpen van Bijbelteksten in hun oorspronkelijke context. Tegenwoordig is er echter ook veel belangstelling voor de receptie van teksten. Daarmee wordt bedoeld: hoe is een Bijbelgedeelte door de eeuwen heen uitgelegd en gebruikt, in preken, literatuur, muziek, kunst en soms zelfs advertenties of films?
Zo wordt er tegenwoordig gewerkt aan een dertigdelige Encyclopedia of the Bible and Its Reception. Uitgeverij IVP heeft van 1998 tot 2010 een Bijbelverklaring uitgebracht die bestaat uit citaten van de kerkvaders (de serie Ancient Christian Commentary on Scripture) en werkt nu aan vergelijkbare verklaring met citaten van de hervormers en hun tijdgenoten (de serie Reformation Commentary on Scripture). Prof.dr. Herman J. Selderhuis heeft hierin het deel over Psalm 1–72 verzorgd. Bruce K. Waltke, James M. Houston en Erika Moore hebben twee boeken over geselecteerde psalmen uitgebracht met de nodige aandacht voor de uitleg door de eeuwen heen: The Psalms as Christian Worship: A Historical Commentary (2010) en The Psalms as Christian Lament: A Historical Commentary (2014).
Om niet meer te noemen: Susan Gillingham heeft in 2008 een overzicht gegeven van de omgang met de psalmen de eeuwen door: Psalms through the Centuries, deel 1. Vorig jaar is deel 2 verschenen, waarin ze voor de eerste 72 psalmen de receptie van elke psalm afzonderlijk bespreekt. Wie het boek met de juiste verwachtingen gaat lezen (het is zeer informatief, maar geen gewone Bijbelverklaring), kan er veel van leren. Uiteraard is het boek van Gillingham niet uitputtend: zo zijn aan Psalm 58 drie pagina’s gewijd. Er valt nog wel iets meer te zeggen over de receptie van deze psalm en daar wil deze blogserie aan bijdragen.
4. Om geen verkeerde verwachtingen te wekken: het is niet mijn bedoeling om aan de hand van Psalm 58 veertig meditaties specifiek voor de veertigdagentijd of lijdenstijd te schrijven. Had ik in een ander seizoen studieverlof gehad, dan zou ik dezelfde blogberichten kunnen schrijven. Dat de blogserie precies gisteren op aswoensdag begon, kwam net zo uit: de dagen ervoor had ik een conferentie en gisteren was ik aan het eind van de middag weer thuis.
Dit alles neemt niet weg dat Psalm 58 zich wel goed leent voor overdenking in de veertigdagentijd. Ten eerste is het een psalm die je stilzet bij het onrecht in de wereld: “Spreekt u werkelijk recht?” “Oordeelt u billijk?” (vers 2) – het zijn vragen die steeds opnieuw moeten worden gesteld. Ten tweede is Psalm 58 in de traditie vaak direct met de veroordeling en kruisiging van Christus verbonden – het proces bij uitstek waar het recht werd verkracht. Zie het citaat van M’Cheyne aan het begin van dit blogbericht. Ten derde, zoals M’Cheyne maar bijvoorbeeld ook Augustinus en Abraham Kuyper hebben opgemerkt: het is ook een psalm die noopt tot zelfonderzoek. Kuyper heeft bijvoorbeeld tweemaal een meditatie gewijd aan de vraag: woont de “dove adder” van vers 5 misschien ook in mijzelf?