Gebedsoproep

P2130057.jpg

Vijfmaal daags schalt in Egypte – zowel door de straten van de hoofdstad Caïro als over de velden van de afgelegen Dakhla-oase – de gebedsoproep. Wat doet zo’n gebedsoproep met je?

1. Om eerlijk te zijn: meestal niets. Alles went. Hier op het Evangelical Theological Seminary in Cairo is de gebedsoproep te horen, maar niet zo luid dat je er niet gewoon doorheen kunt slapen of gewoon verder kunt gaan met je werk.

2. Soms maakt het indruk. In Egypte neemt menigeen het serieus dat de mens niet bij brood alleen leeft en dat er meer is dan het dagelijks werk. Je ziet mensen, meest mannen, naar de moskee gaan om daar te bidden of je ziet hen in hun winkel knielen. Als klant wacht je dan even respectvol.

3. Soms irriteert het. Met name tijdens kerkdiensten is het voor christenen irritant als er in de buurt van de kerk een luide islamitische gebedsoproep klinkt. Helaas is daar in sommige gevallen geen redelijk overleg over mogelijk. Het geeft het vervelende gevoel dat je land wordt gedomineerd door andermans godsdienst. Christenen hier spreken naar mij nogal eens hun zorg uit over de opkomst van de islam in Europa, omdat ze vrezen dat dat op den duur ook daar tot dominantie van de islam zal leiden.

4. Soms vraag je je af hoe de gebedsoproep vroeger geklonken heeft, toen er nog geen elektriciteit was. Niet alleen voor niet-moslims maar ook voor moslims zelf is het irritant als de ene moskee de andere probeert te overtreffen met een nog luidere gebedsoproep via grote speakers en versterkers. Ik weet niet exact wat de huidige regels zijn, maar in Caïro is er in elk geval wel sprake van overheidsregulering om te voorkomen dat het allemaal te luidruchtig wordt. Naar ik hoorde heeft een plan om bij de eerste gebedsoproep als de meeste mensen nog slapen het gebruik van speakers te verbieden het echter nog niet gehaald.

5. Hoewel buitenlanders de klank van de gebedsoproep in eerste instantie misschien moeilijk kunnen waarderen, heeft deze bij nader luisteren vaak toch wel zijn eigen schoonheid. “Het geluid van de gebedsoproep moet welluidend zijn,” vertelde de imam van een moskee hier in de buurt me een keer. “Kinderen moeten niet ’s nachts wakker schrikken van een ruwe, rauwe stem die oproept tot gebed.” En hoewel moslims de gebedsoproep niet als “muziek” beschouwen, valt er vanuit muzikaal oogpunt wel het één en ander over te zeggen. Zie bijvoorbeeld Scott L. Marcus, Music in Egypt: Experiencing Music, Expressing Culture (New York: Oxford University Press, 2007), hoofdstuk 1.

6. Soms sta je stil bij de tekst van de gebedsoproep. Westerse christenen haken vaak al af bij het eerste woord, “Allah.” Voor Arabische christenen is dat woord op zich niet vervreemdend, maar juist vertrouwd: “Allah” is het woord dat ze ook zelf voor “God” gebruiken. Met de eerste zinnen van de gebedsoproep zou een christen dan ook kunnen instemmen: “God is groot, God is groot, ik getuig dat er geen god is dan God.” Het doet enigszins denken aan Jesaja 43:10 en 44:6: “U bent Mijn getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben. (…) Buiten Mij is er geen god.” Niettemin worden de specifieke formuleringen van de eerste zinnen van de gebedsoproep eigenlijk nooit zo door christenen gebruikt. En bij de volgende zin waarin de naam van Mohammed wordt genoemd voelt een christen zeker afstand. Al met al is dit een islamitische gebedsoproep, niet een algemene oproep aan ieder mens om in zijn of haar eigen religieuze traditie te bidden.

7. Niettemin, wanneer de luide roep tot mij doordringt als een oproep tot gebed, dan prevel ik gewoontegetrouw zacht: “Praise God from whom all blessings flow, praise Him all creatures here below, praise Him above, ye heavenly host, praise Father, Son, and Holy Ghost.”

Maak een website of blog op WordPress.com