Elke zondag worden er alleen in Nederland al, de ontkerkelijking ten spijt, duizenden preken gehouden. Het is goed dat zo’n belangrijke zaak als de prediking van tijd tot tijd ook grondig wordt onderzocht. Zo verscheen enkele jaren geleden het proefschrift van dr. Theo Pleizier over het luisteren naar preken: T.T.J. Plezier, Religious Involvement in Hearing Sermons: A Grounded Theory Study in Empirical Theology and Homiletics (Delft: Eburon, 2010).
Op dit moment (donderdagmiddag 27 februari 2014) promoveert ds. André Verwij, predikant te Lisse, aan de PThU in Groningen op een centraal thema binnen de prediking, het lijden van Christus. Promotor is prof.dr. F.G. Immink en co-promotor dr. Theo Pleizier.
Verweij gaat in zijn studie in op de stevige theologische debatten die in Nederland zijn gevoerd over verzoening en de betekenis van het lijden van Christus, maar constateert dat bij nauwkeurige analyse van preken van PKN predikanten blijkt dat de verschillende visies (hij spreekt over vier “redemptive arrangements” of “soteriologische arrangementen”—terminologie waar ik nog wat aan moet wennen) in één en dezelfde preek vaak samen op blijken te gaan.
Verweij noemt dit boek niet, maar het deed me enigszins denken aan het hoofdstuk over het verzoenend werk van Jezus Christus in An Introduction to Christian Theology van Richard J. Plantinga, Thomas R. Thompson en Matthew D. Lundberg (Cambridge: Cambridge University Press, 2010) waar via een narratieve benadering wordt geprobeerd verschillende perspectieven op lijden, verzoening en verlossing te combineren in plaats van tegen elkaar uit te spelen.
Uiteraard dient men te waken voor verwatering, maar toch: kan het een teken zijn dat theologie en prediking nu hun winst boeken uit pijnlijke tegenstellingen van vroeger. Opvallend is ook Verweijs conclusie dat, terwijl Sally A. Brown constateert dat Amerikaanse predikanten vaak weinig weten te zeggen over Jezus’ lijden (ook al geloven ze dat het belangrijk is), PKN predikanten Jezus’ lijden juist wel ter sprake blijken te brengen. Heeft dit misschien ook te maken met verschillende preektradities—ook een eeuw geleden zei men al dat Nederlandse preken dieper gingen dan Amerikaanse?
Uiteraard zou er veel meer over dit proefschrift te zeggen zijn dan dat ik nu na een korte eerste kennismaking met het boek kan doen. Hoe verhouden zich bijvoorbeeld de uiteindelijke aanbevelingen die Verweij aan het einde van zijn studie zich nu precies tot de preekanalyse als zodanig? Met andere woorden: is het gebruik van “grounded theory” alleen een manier om in kaart te brengen wat er in preken gebeurt en staan de uiteindelijke aanbevelingen daar toch wat los van of helpt grounded theory als zodanig juist om aanbevelingen te formuleren die helpen om de preekpraktijk te verbeteren?
Een vraag die ook bij mij opkwam, is of dit proefschrift niet beter in het Nederlands had kunnen worden geschreven (met natuurlijk een samenvatting in het Engels): het gaat over Nederlandse debatten over verzoening en Nederlandse preken en je zou dan ook verwachten dat met name Nederlandse predikanten hun winst kunnen doen met dit proefschrift. Exacte cijfers heb ik niet, maar mijn voorzichtige inschatting is dat Nederlandse theologische proefschriften die in het Nederlands zijn geschreven binnen Nederland breder worden opgemerkt en opgepakt dan proefschriften die in het Engels zijn geschreven.
Tegelijk maakt de beschikbaarheid van studies over prediking in verschillende landen en tradities op den duur internationaal vergelijkend onderzoek mogelijk en het is een voordeel als een onderzoeker dan geen twintig verschillende talen hoeft te kennen om onderzoeken uit verschillende landen en regio’s te kunnen vergelijken. Zo’n vergelijking kan zelfs verder gaan dan alleen christelijke preken. Op dit moment is er bijvoorbeeld het nodige gaande over de preken in Egyptische moskeeën. De preekthema’s worden (om radicale geluiden de kop in te drukken en positieve ontwikkelingen te bevorderen) door de overheid vastgesteld en zijn bijvoorbeeld “de rol van de jeugd in het opbouwen van de samenleving,” “hoop en daden,” “logisch denken en de wetenschappen,” “milieubescherming en ontwikkeling.” Allemaal goede onderwerpen op zich, maar toch wel een groot verschil met protestantse preken over Jezus’ lijden, die, ondanks onderlinge verschillen, als Verweij zijn conclusies in zijn verdediging heeft weten staande te houden, toch meer gemeenschappelijk hebben dan wel is gedacht.
N.a.v. André Verweij, Positioning Jesus’ Suffering: A Grounded Theory of Lenten Preaching in Local Parishes (Delft: Eburon, 2014), 288 pag., €27.95.