Een hond in de kapel

P1590088 P1590087

Er loopt een hond door de kapel. De studenten van de predikantsopleiding van het Evangelical Theological Seminary in Cairo houden vandaag en morgen hun voorjaarsconferentie in een oord even buiten de stad. Mijn collega ds. Sherif en zijn vrouw Mervat zijn samen aanwezig en daarom ook hun hond Johny, die moeilijk alleen thuis kon blijven.

P1590074

Het oord is uiterst geschikt voor Egyptes zonnige klimaat: er is een zwembad, een sportveld, een tuin, en een gevlochten afdak om de felste zon te onvluchten. Op de regen van vandaag is het minder gebouwd. Het afdak houdt de regen maar half tegen en laat de andere helft door. Het sportveld wordt modderig. Het loopje van het hoofdgebouw naar de kapel van het conferentieoord maakt een mens nat. Johny kan zo moeilijk buiten wachten terwijl wij binnen met zanger Fady zingen en bidden en de preek beluisteren van mijn collega dr. Hani over Psalm 139 en stille tijd. P1590077

Hij verwijst naar Friederich Nietzsches begrip van “de wil tot macht” en vraagt zich af: willen wij in alles in controle zijn of erkennen we dat God overal is en dat dingen te wonderbaar voor ons zijn:

De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij.
Waar zou ik heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht?
Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt daar. (Palm 139:6–8)

Ook spreekt hij over de ervaring dat God er niet is, of veraf is of tegen mij is—de psalm spreekt tegenover al deze ervaringen. Ter inleiding op de stille tijd die we na de preek daadwerkelijk gaan houden heeft dr. Hani voor ons de vertaling van een gebed van de bekende twintigste-eeuwse theoloog Karl Rahner, waarbij ook de notie van verwondering weer aan de orde komt.

Maak een website of blog op WordPress.com