“Wij oosterlingen hebben onze eigen muziek,” zegt Gamil, één van de studenten van ons seminarie, “en hopelijk gaan wij onze theologie ook vanuit oosters perspectief schrijven.” Voor theologie schrijven is het nu niet het moment, want we zijn in de kapel, maar voor muziek wel. Vandaag zingen we geen enkel uit het westen afkomstig lied en de piano moet zwijgen. De Oud (oosterse luid) en het trommeltje vormen de begeleiding, samen met het keyboard (dat natuurlijk typisch westers oogt maar in het verre oosten is geproduceerd en ook speciale instellingen voor midden-oostere muziek bevat). De liederen zijn allen oorspronkelijk in het Arabisch geschreven—vandaag geen vertaald werk.
Aan het eind van de kapeldienst prijst studentenpastor ds. Ephraim het initiatief en stelt vice-rector dr. Magdi Gendi voor dat de studenten een muziekgroep en koor vormen en zo kerken gaan bezoeken om ook daar het zingen in oosterse stij en dus vanuit de eigen cultuur te bevorderen. Hij vertrouwt erop dat zelfs westerlingen dit zullen waarderen.