Alles kort en klein in de trein

Een student naast me aan het ontbijt kijkt niet al te vrolijk. Hij vertelt: “Ik zou dit weekend in mijn geboortedorp zijn [ca. 350 km ten zuiden van Caïro]. Gisteren heb ik de trein tot aan Beni Suef genomen [ca. 150 km ten zuiden van Caïro], en ben toen weer teruggekeerd naar het seminarie.”

“Waarom?” vraag ik verbaasd.

“De ministerpresident had een foute opmerking gemaakt over de vrouwen in de provincie Beni Suef en dus was de bevolking daar boos. Jongelui gingen bij een dorpje op het spoor staan, dwongen de trein tot stoppen, drongen de trein met stokken, staven en stenen binnen en sloegen alle ruiten kort en klein. Vrouwen huilden en kinderen waren zeer verschrikt. De machinist probeerde de trein terug te laten rijden, maar ook daar was het spoor inmiddels geblokkeerd. De conducteur werd bedreigd omdat men zijn geld wilde hebben. Mensen verlieten de trein op zoek naar een veilig heenkomen. Een motorrijder bood mij een lift aan naar de dichtstbijzijnde stad. Daar was geen vervoer verder naar het zuiden, maar wel terug naar Caïro en zo zit ik nu weer hier.”

De student vertelt ook dat mensen voor de derdeklastreinen hun kaartje meestal niet van tevoren kopen maar pas in de trein zelf: je weet immers nooit hoe erg de trein vertraagd zal zijn of dat hij helemaal uitvalt en het is zonde als je een kaartje koopt waar je uiteindelijk geen gebruik van maakt. Voor de revolutie leverde dit geen problemen op voor de conducteur: hoewel een derdeklaskaartje maar een appel en een ei kost, had hij vanwege de overvolle treinen toch meestal heel wat geld op zak; maar iedereen in de trein besefte dat de conducteur ook zelf een arme man met vrouw en kinderen was en dat als zijn kas aan het eind van de dag niet klopte, zijn baas het tekort van zijn loon af zou trekken en voor verhaaltjes over diefstal weinig oor zou hebben. Een conducteur bestelen—dat deed je gewoon niet. En weigerde je toch te betalen of wilde je anderszins problemen schoppen, wel, dan waren er op elke trein twee agenten die je je lesje wel leerden. Sinds de revolutie zijn de agenten veelal verdwenen uit de treinen en weigeren groepen jongelui gewoon lomp de conducteur te betalen—totaal ongevoelig voor het feit dat dat de goede man zelf in de problemen zou kunnen brengen.

Een maand geleden na mijn laatste college in Minya vloog een steen door de ruit van de eerste klasse van de rijdende trein: kei en glas vielen net naast een klein kind op de grond. Misschien was het een toevalstreffer, misschien een uiting van frustratie over recente treinongelukken ten gevolge van achterstallig onderhoud in het Mubaraktijdperk, misschien een teken van de voortgaande ontwrichting van de Egyptische samenleving.

Maak een website of blog op WordPress.com