Egypte is in Nederland momenteel geen voorpaginanieuws, maar op Midan it-Tahrir wordt flink gedemonstreerd. Wie van de laatste nieuwtjes op de hoogte wil blijven, kan bijvoorbeeld de blogs en tweets van Jielis van Baalen en Monique Samuel volgen.
Bij mij in de wijk gaat het gewone leven echter door, zij het in rustig zomertempo. De demonstraties bepalen niet het hele leven. Vanmiddag bij de sapbar was het grootste nieuws dat niet alleen de verse sinaasappelsap op is (gewoon omdat het seizoen voorbij is en de nieuwe oogst pas na de ramadan wordt verwacht), maar ook de aardbeidensap (ook vanwege het seizoen, ’k moet vier maanden geduld hebben, zei men), zodat ik ben veroordeeld tot heerlijke mangosap waarvan men echter zegt dat je die beter niet elke dag kunt drinken.
Over mijn laatste bezoek aan het plein, zaterdagavond dertien dagen geleden, schreef ik een verslagje, waarin echter te weinig gebeurde om het publicabel te laten zijn:
Nadat ik een enigszins eenvoudige en enigszins voedzame maaltijd genuttigd heb op een bankje langs de Nijl, loop ik richting de binnenstad en bereik ik zodoende al spoedig Midan it-Tahrir, het inmiddels overbekende Bevrijdingsplein. Er is een onschuldig demonstratietje gaande op het groene hart van de rotonde. De auto’s rijden er gewoon omheen. Er is een tentenkamp en er zijn Egyptische en Palestijnse vlaggen. Thee wordt mij vriendelijk aangeboden, maar ik bedank.
Ik vraag waarom er wordt gedemonstreerd. Deels gaat het om snellere berechting van corrupte lieden van het oude regime. Wanneer ik zeg dat corruptie inderdaad moet worden bestraft, maar dat men ook op moet passen voor onzorgvuldige, overhaaste processen, kan een man dat nauwelijks hebben. Ik krijg de indruk dat hij niet kwaad is vanwege mijn woorden, maar dat hij de hele tijd al opgewonden is over het feit dat de revolutie niet heeft gebracht wat hij ervan had verwacht.
Een jurist is vatbaarder voor een redelijk gesprek. Hij vertelt dat hij moslim is, christenen liefheeft en joden haat. Ik vraag hem waarom er voor de Palestijnse kwestie wordt gedemonstreerd terwijl Egypte nu juist zoveel met zichzelf te stellen heeft. Zijn antwoord is helder: Mubarak was een vriend van Israël en met dat verleden moet worden afgerekend. “De joden hebben het land van de Palestijnen gestolen. Ze hebben zelfs kerken en moskeeën van de Palestijnen verwoest. Moslims of christenen zouden zoiets niet doen.” Ik vraag hem of dat het hele verhaal is of slechts een deel van het verhaal. Hij heeft door dat hij met enige nuance meer indruk op mij maakt en beaamt dat dit slechts een deel van het verhaal is. Om nog meer indruk te maken is hij inmiddels overgeschakeld van het alledaagse Egyptisch Arabisch op het verheven Standaard Arabisch, waardoor hij voor mij echter moeilijker te volgen wordt. Duidelijk is wel dat ik namens hem mag zeggen dat Nederlanders hartelijk welkom zijn in Egypte.
De dag erna ging een collega van mij met de auto naar een kerk naast het plein, maar hij keerde onverrichterzake huiswaarts omdat de weg versperd was. Deze week kwamen twee studenten op een dag vroeger terug van hun stage omdat ze gehoord hadden dat de metro na drie uur zou stoppen met rijden. En een van de schoonmakers kwam mijn oude fototoestel lenen omdat hij met vrienden juist plaatjes wilde gaan schieten op het plein.
Waarom ik zelf niet nog eens naar het plein ben gegaan? Ook al is het zomer, er zijn hier toch nog wel werkzaamheden op het seminarie en verder ben ik druk met mijn proefschrift. Verder: ik ben geen journalist en ga geen risico’s nemen om een goed verhaal te kunnen scoren. Vooral: ik wil u vertellen dat Egypte groter is dan Midan it-Tahrir. Voor zover ik weet, is er geen enkele reden om nu af te zien van een duikvakantie aan de Rode Zee. De piramides net buiten Cairo bezoeken kan ook zolang u rekening houdt met de al te zomerse temperaturen. En welke beelden u deze dagen ook van Midan it-Tahrir te zien krijgt, hier zes kilometer verderop heerst slechts een vreemde rust.