Kerkdienst voor moslims en christenen

“Als we vanavond bidden, dan zeggen we: ‘ya Rab’ [‘o Heer(e)’],” deelt ds. Tharwat aan het begin van de dienst mee. Het is zondagavond en ik zit in de kerk in Abbasseia, een doorsnee protestantse wijkgemeente in Cairo, op loopafstand van ons seminarie. De gebedsruimte is overdadig versierd met vlaggen: zelfs over de kansel hangt er één en ook het grote kruis aan de muur is omhangen met de Egyptische driekleur. Het loopt goed vol en mensen nemen zelfs genoegen met een staanplaats tegen de achterwand.

197852_10150147043125935_599780934_8468892_4047333_n

De helft van de aanwezigen is moslim. “Normaal komen moslims alleen naar de kerk voor een dag van farah [“vreugde,” de Arabische aanduiding voor een bruiloft] van christelijke vrienden of bekenden,” zegt de predikant, “maar vandaag vieren we de farah van Egypte en daarom zijn we ook vandaag hier met zijn allen bijeen.” Hij benadrukt dat de dienst geen politieke bijeenkomst is: de kerk verdedigt niet één bepaald politieke standpunt en christenen kunnen in principe op alle partijen stemmen. Wanneer sjeik Mustafa van de Grote Moskee later tijdens de dienst in het vuur van zijn betoog toch een politieke uitspraak doet, tikt de dominee hem vriendelijk op de vingers.

Het aanvangslied begint met het refrein: “Ik wil zingen van de barmhartigheden des Heeren.” Een moslim kan hierbij denken aan de Koran, waarin God “de barmhartige erbarmer” wordt genoemd. Het tweede couplet is echter uitgesproken christelijk: “Wie anders dan Hij versloeg de dood: Jezus de Verlosser van de mensheid.” In mijn Arabisch-Engelse liedboek zie ik dat er ook nog een derde couplet is, dat spreekt over “de Zoon van de eeuwige boezem,” maar dat zingen we niet en het verschijnt ook niet op het projectiescherm.

Na het lied heeft de dominee een verrassende mededeling voor de moslims: “Jullie wisten het misschien niet, maar hier in de kerk hebben we ook sjeiks.” Sjeik (of sjeech, zoals men het woord hier uitspreekt) betekent oude man en als titel “ouderling” of “oudste.” Aan het hoofd van een moskee staat een sjeik; “sjeik van het dorp” kun je met “dorpsoudste” vertalen als je de Egyptische samenleving als primitief wilt afschilderen en met “wethouder” als je haar als gelijkwaardig aan de Nederlandse beschouwt; een “sjeik van de kerk” is goed te vergelijken met een Nederlandse ouderling, met dit verschil dat men het ambt vaak bekleed tot de dood, of anders na aftreden de titel mag behouden. Net als in het Westen is de ouderling in Egypte een typisch protestants verschijnsel en omdat slechts één procent van de Egyptenaren protestant is, is het begrijpelijk dat de gemiddelde moslim niet weet dat je ook in de kerk een sjeik tegen kunt komen.

Eén van de sjeiks van de kerk leest 1 Corinthiërs 13, over de liefde. Vervolgens zingen we weer een lied: “Kom, Heer, met uw Geest en raak ons land aan. Egypte dorst naar uw Geest. O onze Heer, les onze dorst. Wij zullen uw waarheid zien en ons land zal u zegenen, en vrede zal ons land blijven vervullen. Vul ons land met uw licht, verstrooi vergankelijke schatten. Ons land zal worden beschermd en gezegend door uw beloften. Onze altaren zullen u verhogen en ons land zal een licht zijn voor U. Onze vreugde en ons geluk zullen overvloedig zijn en onze harten zullen zingen voor U.” Iemand spreekt de wens uit dat Egypte weer een licht voor de wereld mag worden en stelt: “We zeggen vandaag niet: ‘Ik ben een moslim’ of ‘Ik ben een christen,’ maar ‘Ik ben een Egyptenaar.’” Persoonlijk vind ik het toch moeilijk om dat na te zeggen.

188666_10150147044670935_599780934_8468930_251588_n

Een christen-ingenieur heeft deelgenomen aan de demonstraties op Midan it-Tahrir en verhaalt hoe de verschillen tussen moslim en christen, rijk en arm, etc. daar waren weggevallen. Sjeik Mustafa is met zijn kinderen naar het plein geweest om hen te laten zien welke prijs er is betaald voor de vrijheid. Hij citeert de lovende woorden van diverse wereldleiders over de revolutie (onder andere van de Noorse ministerpresident die zei: “Vandaag zijn wij allen Egyptenaren”) en is blij dat de Egyptenaren “nee” hebben gezegd tegen corruptie, etcetera. Hij roept op het landsbelang te dienen, maar dat moet wel een dienstbaarheid in vrijheid zijn.

In een korte overdenking zegt ds. Tharwat dat volgens de Bijbel Allah liefde is, en dat je God niet kunt liefhebben en tegelijk je broeder haten, want dan zou je een leugenaar zijn. Hij benadrukt dat we de anderen (inclusief de moslims) lief moeten hebben omdat ook zij schepselen van God zijn. Hij ziet er naar uit dat Mohammed en Hana (Johannes), Mustafa en Girgis (Joris) zij aan zij zullen staan, en bidt: “Leer mij alle mensen lief te hebben.”

Een moslim-ingenieur die tegenover de kerk woont, draagt een gedicht voor dat eindigt met: “Ik houd van je, mijn land, ik houd van je, Egypte.” Een ander gedicht bevat de geliefde leuze: “Moslim en christen, handen ineen.” Het kinderkoor zingt: “Wij bidden voor ons land, wij bidden voor Egypte, wij zeggen allen: ya Rab.” Een sjeik van de kerk memoriseert dat de Egyptenaren met de handen ineen de deur naar de toekomst hebben geopend, en dat de moslims en christenen met de handen ineen voor de veiligheid van de straten rond de kerk hebben ingestaan toen de politie zich had teruggetrokken tijdens de revolutie. De zegen aan het eind van de dienst bestaat ditmaal uit een gezongen zegenbede: “Zegen mijn land (ca. 10x), Hoorder van de gebeden in het hart van alle mensen.”

200000_10150147061565935_599780934_8469204_2417851_n

Na de dienst gaan we naar de binnenplaats van de kerk voor verdere ontmoeting onder het genot van thee en hartige hapjes. Ik vraag aan enkele mensen hoe ze terugkijken op de bijeenkomst. Een moslim vindt het fantastisch dat we zo samen konden zijn. Een gemeentelid is ook enthousiast: “Onder moslims doen soms verhalen de ronde dat christenen in hun kerken wapens hebben of gekke dingen doen op seksueel gebied, maar nu hebben ze kunnen zien hoe we echt zijn.” Een paar maanden geleden had ds. Tharwat dat verhaal van die wapens ook al eens in een preek aan de orde gesteld. Hij zei toen dat hij voor een krant een artikel had willen schrijven onder de titel: “Inderdaad, wij hebben een wapen in de kerk,” waarbij hij dan uit zou leggen dat dit wapen het gebed is, maar hij vreesde dat sommigen alleen de titel zouden lezen, en daarom beperkte hij zich maar tot een preek over dit onderwerp.

Terug op het seminarie spreek ik met een student nog wat door over de dienst van vandaag. Ik vraag hem: “Als je een vlag hangt over het kruis, maar je het kruis dan niet ondergeschikt aan een nationalistisch ideaal?” Zijn antwoord is helder: “Nee, integendeel, het betekent dat we ook de noden van ons land bij het kruis brengen.”

De dienst appelleerde ook aan iets wat voor Nederlanders lastig te grijpen is. Ondanks alle onderlinge spanningen en theologische verschillen hebben veel Egyptische christenen en moslims het gevoel dat hun godsdiensten gedeeltelijk overlappen en dat dit gedeelde stukje religie van vitaal belang is om in vrede samen te kunnen leven: moslims en christenen delen het geloof in de ene God die beide groepen “Allah” en “Rab” kunnen noemen, waarbij moslims benadrukken dat Hij de barmhartige Erbarmer is en christenen dat Hij liefde is.

Ik zeg tegen de student dat we in Nederland in vrede met elkaar samen leven zonder een beroep te doen op een gedeeld stukje religie: zelfs als iemand helemaal niet in God of een god geloofd, respecteer ik hem of haar en respecteert hij of zij mij als gelijkwaardig landgenoot. Natuurlijk kunnen we zoeken naar wat we op godsdienstig gebied gemeenschappelijk hebben, maar we hoeven ook niet te verdoezelen waarin we onderling verschillen. De student antwoordt dat dit voor veel Egyptenaren echt moeilijk is: verschillen hardop benoemen en elkaar dan toch blijven respecteren.

Ondertussen probeer ik mij voor te stellen dat een kerk in Nederland bijvoorbeeld rond Bevrijdingsdag de zondagavonddienst anders invult dan gebruikelijk: het blijft een christelijke bijeenkomst maar de gemeenteleden nemen moslims en andere niet-christelijke kennissen uit de buurt mee om samen te bidden voor Nederland, en een van de sprekers is de imam van een naburige moskee. Kan de kerk zo open en tegelijk zo zichzelf zijn?

De foto’s bij deze blog zijn gemaakt door Ahmed Fouda.

Maak een website of blog op WordPress.com