Afgelopen zondagmorgen:
De predikant van de protestantse hoofdkerk in de rijke wijk Heliopolis gaat in zijn preek niet direct in op de actualiteit, maar behandelt Psalm 2 met als centrale vraag: wie heeft de geschiedenis in handen? Aan het eind van de dienst krijgen we een A4tje mee dat we ook verder mogen verspreiden. Ook dit bevat niet de visie van de kerk op de demonstraties en het vertrek van Mubarak, maar een achttal economische adviezen. Het is niet een stuk voor de armen over waar je gratis rijst kunt krijgen als je brodeloos bent geworden, maar voor de welgestelden die worden opgeroepen tot verantwoord financieel gedrag: zet je geld niet om in vreemde valuta want dat zou leiden tot koersval van de Egyptische pond en tot prijsstijgingen, ga niet hamsteren want ook dat leidt tot hogere prijzen, pot je geld niet thuis op maar laat het zoveel mogelijk op de bank staan, ga niet speculeren op de beurs, etc. Wie ben ik als theoloog om het te beoordelen, maar het stuk komt op mij doordacht over: dit oogt niet als het werk van een dominee die goedbedoelde economische onzin verkondigt, maar eerder als dat van wijze ouderlingen die weten waar ze het over hebben.
Later begrijp ik dat het A4tje bewust of onbewust ook een reactie is op antikapitalistische sentimenten in de samenleving: vanuit het gevoel dat de armoede van de armen te wijten is aan de corruptie van de rijken, wordt iedereen met geld gewantrouwd. Hiertegenover wil de kerk laten zien dat christenen juist de gezondheid beogen van de economie van geheel Egypte.