“Bevrijdingsdag” op het “Bevrijdingsplein”

P1060946

Om een evenwichtig beeld te krijgen van hoe de Egyptenaren het vertrek van de president beleven besluit ik zaterdagmiddag een taxi naar Midan Tahrir te nemen. Voor de zekerheid vraag ik aan de chauffeur of hij het verantwoord acht dat ik daar als buitenlander naar toe ga, maar hij stelt me meteen gerust: iedereen viert daar nu feest.

De chauffeur is zelf de verpersoonlijking van de geest van de demonstraties: “De president zat daar ergens hoog en wij armen leefden onder het asfalt. Dat is nu voorbij.” Hij is een man van zestig. “Onze generatie heeft de oorlog van 1973 gevoerd [waarbij Egypte de Sinaï terugveroverde op Israël] en de jeugd van nu heeft Egypte verlost van de dictatuur.”

P1060760

In de file op weg naar het plein komt een andere auto naast ons staan. De bestuurder: “Waarom hebben al die auto’s vlaggetjes?” Mijn chauffeur: “Omdat de president weg is.” De bestuurder: “Hoe kun je nou vrolijk zijn als onze president weg is?” Mijn chauffeur tegen mij: “Die vent is ziek.”

Een andere automobilist komt langszij. Hij vraagt of ik blij ben. Ik antwoord diplomatiek: “Als de Egyptenaren blij zijn, dan ben ik ook blij.” Hoe doe ik recht aan de blijdschap van deze mensen zonder te vergeten dat anderen teleurgesteld zijn of ongerust over de toekomst?

P1060890b

Aangekomen bij het plein herken ik de sfeer van de foto’s van Bevrijdingsdag 5 mei 1945: een blijde massa, legervoertuigen met lachende soldaten, vlaggen, eindeloos veel vlaggen.

Ook al wil ik nu blij zijn met de blijden, tweemaal voel ik toch vervreemding: eenmaal als een groep uitgelaten Allahoe akbar (“Allah is groot”) scandeert, en eenmaal als een persoon een beetje bezorgd vraagt waar ik vandaan kom en opgelucht is als ik zeg dat ik Nederlander ben: hij had gehoord dat er op het plein ook joden zouden zijn, vandaar zijn vraag.

P1060820

Als ik verder rondkijk, zie ik ook de schade: autowrakken en een uitgebrand gebouw. De ene Kentucky is van kiprestaurant omgebouwd tot noodhospitaal en de andere is van binnen compleet verwoest. En dan het hamburgerrestaurant: op mijn eerste zaterdag in Cairo kon ik net ontcijferen dat er in Arabische letters ook gewoon McDonalds op stond, maar nu is het interieur vergaan en zijn de gevelborden afgeplakt. Het schokkendst zijn de spandoeken met foto’s van de demonstranten die hier omgekomen zijn. Ik voel waarom de anderen zich niet meer met een compromis naar huis lieten sturen.

P1060898b

Ik mag in de tenten kijken van de harde kern die hier ruim twee weken heeft gebivakkeerd. Sommigen rusten uit van deze vermoeide periode. Anderen zitten achter hun laptop.

P1060806

Voor mij loopt een jongeman met een vlag op zijn rug. Als hij even omkijkt, ziet hij me en spreekt hij me in goed Engels aan: “Bedankt dat jullie buitenlanders de wereld hebben laten zien wat hier echt gaande was. Ben jij hier de afgelopen dagen ook geweest?” “Nee,” antwoord ik, “ dit was iets van jullie Egyptenaren zelf waar ik me als buitenlander niet mee moest bemoeien. En jij, ben jij hier wel de hele tijd geweest?” “Om je de waarheid te zeggen, gisteren was ik niet hier maar bij het paleis van de president. Ik stond oog in oog met een soldaat van mijn leeftijd. Hij had zijn geweer in de aanslag en tranen in zijn ogen. Elk moment kon hij de opdracht krijgen mij neer te schieten, maar ik geloof nooit dat hij dat zou hebben gedaan. Hij zou zijn wapen hebben neergelegd.”

P1060803

Veel demonstranten zijn druk bezig het plein schoon te maken. Zelfs trottoir- en vluchtheuvelbanden die al in geen jaren een likje verf meer hebben gehad, worden weer helder zwart en wit geschilderd. Waarom ze dit doen? “We willen niet dat later wordt gezegd dat we het plein als een zootje hebben achter gelaten.” Ik zie een dubbele symboliek: ze willen dertig jaar dictatuur wegvegen en ze willen het verwijt voorkomen dat juist zij een chaos van Egypte hebben gemaakt.

Er schiet een vraag door mij heen: stel dat onze studenten hier hadden gedemonstreerd, zou ik dan trots op hen zijn?

Maak een website of blog op WordPress.com