In het zuiden van Egypte en het noorden van Sudan wonen de Nubiërs: zij zijn wat donkerder getint dan de meeste Egyptenaren en hebben een eigen cultuur. Wanneer ik met studenten van ons seminarie Aswan bezoek (880 km ten zuiden van Cairo), brengen we onder andere per boot een bezoek aan een Nubisch dorpje, dat helaas vooral een toeristenmarkt is. De huizen zijn wel aardig beschilderd, maar het is moeilijk om een foto te nemen waarop niet meteen ook een paar lelijke elektriciteitsleidingen op staan. “Waarom laat men ons niet kennismaken met de echte Nubische cultuur?” vraag ik me af, totdat ik me realiseer dat dit kitschdorp juist laat zien hoe menig Nubiër nu leeft: als toeristenattractie.
Tijdens het bezoek aan het dorpje vind ik “de Nubische Carrefour” als naam voor een klein winkeltje grappig bedacht: Carrefour is een keten van kolossale hypermarkten (warenhuis en supermarkt ineen, met dertig kassa’s op een rij en dan nog een wachttijd als het druk is) met filialen in Cairo en Alexandrië. Een week later krijgt de naam echter iets wrangs: tijdens het plunderen rond de demonstraties worden de Carrefours volledig leeggeroofd. Het speakersetje en de monitor voor mijn computer had ik bij een filiaal in Cairo gekocht, en ook de kussentjes voor mijn bank en het waterfilter. Nu ja, navullingen voor het filter kan ik ook bij concurrent Spinneys krijgen.
Toen ik net in Cairo was, ergerde ik me aan de hypermarkten en de winkelcentra waar ze deel van uitmaken: ik was op zoek naar het echte Egypte, totdat ik me realiseerde dat het echte Egypte niet alleen bestaat uit idyllische dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan maar ook uit shopping malls waar we als Nederlanders u tegen kunnen zeggen. Je mist de aansluiting met de Egyptische cultuur als je de krioelende mensenmassa in Carrefour domweg over het hoofd ziet.
Maar waarom is Carrefour nu leeggeroofd? Uit zucht naar Westerse rijkdom of uit afkeer van de Westerse invloed op de cultuur? Of is dat niet louter een tegenstelling?